De Firma van der Heijden, Wijnen en Gedestilleerd, gevestigd te Eindhoven, organiseert jaarlijks een Whiskyfestival. In twee sessies, 's middags en 's avonds, kunnen liefhebbers van het vloeibare goud proeven, vergelijken en - blijkt - vooral ook ouwehoeren over peat, chiil-filtering, NAS en al die andere geheimen die aan insiders voorbehouden zijn.
Ik ging samen met mijn vriend Stef, die ik langzaam maar zeker aan het binnenlokken ben in de whiskywereld - een beetje zoals de heks met Hans en Grietje deed. Ik heb geen huis van peperkoek maar wel bijna lege flessen whisky. Die bewaar ik trouw en geef ze hem gratis en voor niks cadeau als geschenk; geheel belangeloos, zoals u begrijpt. Dan geef ik hem voor zijn verjaardag nog een kaartje voor een whiskyfestival - opnieuw geheel zonder bijbedoelingen, zoals u begrijpt.
Vandaar dat wij gisteren om een uur of één afspraken aan de Sterrenlaan in Eindhoven, waar in een nogal sfeerloos schoolgebouw een grote horde mannen - hier en daar een vrouw - zich had verzameld om de door diverse importeurs aangeboden drankjes te proeven, beoordelen en aan te schaffen. Het was voor ons beiden de eerste keer.
Bij de entree kreeg de deelnemer aan het feest een miniglaasje en een papiertje. Het papiertje, zo werd bij herhaling toegelicht, was het deelnameformulier aan de verloting van gratis flessen whisky. Omdat het alweer de vijfde keer was - eerste lustrum, zogezegd - werden er deze keer extra veel flessen verloot. Zo stond op de posters, de kaartjes en de website vermeld.
Het was dan ook een beetje zuur dat er aan het eind van de middag onder de naar schatting 120 deelnemers maar liefst twéé hele flessen werden verloot. Dat leidt tot de conclusie dat het er normaal gesproken, wanneer er geen sprake is van een lustrum, dus ééntje is. Dit jaar werden er namelijk, zoals overal aangekondigd, extra veel flessen verloot. Ik zou zeggen: hou dan je mond of zeg gewoon "We verloten twee flessen", dan sta je toch nét iets minder voor lul.
Wellicht had ik het bovenstaande niet geschreven als ik nou maar zo'n fles had gewonnen maar dat zat er dus niet in; ene Jan en ene Wilfred gingen er met de buit vandoor.
Het miniglaasje, daar draaide de middag om. Elke stand was genummerd; een fraai boekje waarin de aangeboden whisky's per stand beschreven werden, hielp bij het maken van een keuze. Je kreeg er ook nog een pen bij, dus dat was ook weer mooi meegenomen. Bij de whisky stonden soms kleine icoontjes van een kampvuurtje, grijs of zwart. Dat waren de rokerige, peated whisky's, in toenemende mate van ernst.
Er was, naast een ruim aanbod van gratis te proeven (nou ja, 25 euro entree de man) drams, ook ruimschoots mogelijkheid om duurdere whisky's te proeven; dan moest je er één of meer muntjes, aan te schaffen voor een euro per stuk, bij leggen. Dat maakte het mogelijk om best dure uitvoeringen voor een heel redelijke prijs te proeven.
Aanvankelijk had de krent in mij daar wat moeite mee maar denken aan de gangbare horecaprijzen van 8 tot 14 euro per glas exclusieve whisky deed mij de schellen van de ogen vallen; een 18-jarige An Cnoc (46%, 89 euro) proeven voor 2 euro, da's een mooi ding. En hij was uitstekend, kan ik u vertellen. Ik zal de volgende keer zeker meer muntjes kopen en met plezier wat geld bovenop de entreeprijs betalen om de wat minder voor de hand liggende flessen testen.
Die miniglaasjes werden door de drankdealers nogal verschillend geïnterpreteerd. Waar de ene importeur de bodem van het glaasje wat vochtig maakte met instapwhisky, was de ander met duurdere whisky best scheutig. Dat maakt bij 'gratis' whisky niet zo veel uit maar als je nog moet bijleggen en dan een treurig bodempje krijgt, bereikt de verkoper het tegenovergestelde van wat hij wil; daar koop ik dus niet.
Een fenomeen dat ik nog niet kende trok mijn aandacht. Bij wijnproeverijen staan er emmers staan waar je je slok in kan spugen na het proeven. Een wat smerige gewoonte die toch ook de vraag "Waarom?" doet rijzen.Tot mijn verbazing stonden er op dit festival op de tafels ook allerlei emmertjes.
Wees gerust; er wordt niet gespuugd. Wel worden er halflege glaasjes leeggekieperd in die emmertjes, die zodoende vast dure blends bevatten; niemand echter komt op het idee om het emmertje te proeven, dat gaat blijkbaar te ver.
Wat heb ik nou uiteindelijk geproefd? Ik was zo wijs om tevoren een plan te hebben. De laatste tijd ben ik erg te spreken over whisky die deels op speciale vaten gerijpt heeft. Speciaal in de zin dat ze voor andere drank gebruikt zijn vóórdat iemand er whisky in mikte. Rum cask finish, zoals die van Balvenie 14, die heb ik al een poosje; lekker, blije aantekeningen, review nog te schrijven.
Door de toenemende belangstelling van mijn vrouw voor port evenwel ben ik ook frequenter Port cask finish gaan kopen. De Edradour 11 jaar oude (2003) Port Hogshead Finish gaf ik maar liefst 91 punten op Whisky-Base. Mijn samengevatte aantekeningen:
Drie smaaknotities. Ruikt naar port -tja. Appel, krenten, volle rijke neus. Zware bloemenlucht, parfum-kracht. Smaak van zwart fruit, heerlijk zoet nét niet opdringerig. Het lekkere van rode wijn zonder de tanine. Tabak, leer. Warme kersen. Moeilijk in woorden te vangen aroma. Betrekkelijk korte afdronk.
De Talisker Port Ruighe NAS was de tweede port cask die ik aanschafte. Daar was ik nogal blij mee (ook al 91 punten), zoals je uit mijn proefnotities kunt concluderen:
Het begon allemaal écht met Talisker 10 jaar oude SM, zo'n twee-en-een half jaar geleden. Deze is minstens zo lekker.Mooie kleur heeft de Port Ruighe (naar Portree, stadje op Skye, spreek uit: portroeie); helaas met caramel als kleurstof. NAS (no age specification). Gerijpt op eiken en portvaten. Het aanwezige maar niet opdringerige Talisker aspect van hout en rook blijft. De smaak is kermis in de mond. Honing, port. Diep zoet met aspect van tabak. Associatie met kerkbanken (oud eiken, denk ik). Kaneel en kruiden, soms roept het bijna een kerstsfeer op. Troostrijk en warm, zoals glühwein zou moeten zijn - maar glühwein is smerig. Topspul. Na drie glazen al zeker dat ik er nog een fles van ga kopen.
Dus Port Cask finish - en dergelijke. Ook PX en Oloroso genieten mijn belangstelling de laatste tijd. Voor de niet-ingewijden: PX staat vor Pédro Ximinez, de beste sherry ter wereld - zegt men; Oloroso is een andere sherry(druif), waarvan de vaten ook veel gebruikt wordt om whisky op na te laten rijpen. Glenmorangie Lasanta, NAS, review nog te schrijven maar mán, wat een lekker spul, is een voorbeeld.
Augantoshan Three Wood, NAS, ook (88 punten):
Ruik sinasappel (schil), hars, hout. Sherry in geur en in kleur. Veel verschillende smaken beschreven in 4 proeverijen: krenten (2x), citrus (2x), chocolade, zwart fruit. Vanille, later romig op de tong - met scherp randje. Eén maal vage terpentinelucht beschreven. Haagse Hopjes, marmelade. Erg lekker, "herfstwhisky".
Hoog op mijn verlanglijst staat de Glenmorangie Quinta Ruban (46%) - die heb ik dan ook als eerste geproefd. En ja, die komt heus wel in de kast te staan. Ik proefde de Arran Port Finish NAS (50%) , de Tomatin 14yo Portwood (46%) en voor de gein de Echte Oude Genever (38%) 3yo Portwood (viel niet eens tegen). De Tomatin en de Arran zijn vergelijkbaar met de Quinta Ruban; ik denk dat je het verschil alleen proeft als de flessen naast elkaar staan. De Quinta Ruban kost op de beurs 50 euro, online 42,50. De andere twee ongeveer hetzelfde. Ik denk dat ik misschien nog wel voor de Arran ga; 50% geeft net wat meer kick en smaak, heb ik gemerkt. De Tomatin is dan weer de enige met wat leeftijd op de body. Ik ben er nog niet uit.
Ik heb evenwel geen van allen gekocht; wel kocht ik na proeven de Westcork 12yo Irish (!) Port Finish (43%) whiskEy. Omdat 'ie anders was. Wat dunner, minder gewelddadig qua portsmaak en zoetheid, volgens mij een stuk subtieler. Ik ben heel benieuwd hoe hij thuis, in een rustige omgeving en niet geflankeerd door tig andere whisky's gaat smaken. Overigens was hij maar 37 euro - dat scheelt toch - en zal ik van die andere drie er nog heus wel eentje kopen.
De Inchmurran Madeira Finish (NAS,46%) was mijn eerste ooit. Zowel Inchmurran als Madeira. Lekker. Diepzoet. Ook 54 euro. Van Arran, uit dezelfde NAS serie als de Portwood, proefde ik ook de Sauterness (dessertwijn vaten) en Madeira Finish (beide ook 50%). Super. Ik kocht de Madeira Finish voor 43 euro.
Tot zover de zoetigheid. In de "gewone" whisky was er meer dan voldoende aanbod en variatie. Uitgaande van mijn ervaring met diverse soorten heb ik Stef meegetroond naar de stands van Aberfeldy (hij de 12yo en later ook de 16yo, die ik dan weer graag wilde proeven). Over de 12 schreef ik:
In de geur komt na 4 smaaknotities vooral appel terug, zacht hout en heel vaag noten. De smaak is fris fruitig (hoewel ik ook een keer schrijf dat het meer kruidig dan fruitig is), zoet - iets té zoet? Boterzacht en knisperend, net iets scherper (4x), peperiger en net iets meer snoepsmaak dan de Jameson Special Reserve. Het zachte hout beschrijf ik drie keer en ik vraag me af of dát nou de sandelhoutaroma's zijn waarover ik lees. Volstrekt inoffensive behoorlijk zoete allemansvriend met een klein scherp randje. Geen straf maar een tweede fles is niet nodig. Mocht ik 'm cadeau krijgen dan gooi ik hem evenwel ook niet weg.
De Aberfeldy 16yo (46%) is zeker beter dan de 12. Zacht, subtiel, middellange afdronk, heel goede en toegankelijke whisky. De 66 euro die hij moet kosten zijn er echter 20 te
veel.
The Deveron 12yo: prima hoor. Niks bijzonders. De 18yo hadden ze niet; die had ik wel willen proeven, de baas van Whisky Friend Sittard vindt het een ondergewaardeerde en te laag geprijsde Scotch. Men kendehem wel, bij de kraam van The Deveron; zonder ironie werd hij als een van de grootste kenners in Europa aangeschreven. Hmm. Toch nog maar eens langs gaan.
Nog maar een paar namen dan. Glen Scotia, 15yo, 46%: zepig, doet aan Amruth Indian Whisky denken. Gordon & McPhall Strathisla, NAS, 43%: sterke associatie met koffie en cacao, 50 euro - veel voor een NAS. Longmorn Distillers Choice, NAS, 40%: opnieuw een topper, Longmorn ga ik blind kopen de volgende keer. Maar geen NAS voor 62 euro. Dan liever een 19-jarige Cask Strenght (CS) voor 105 euro.
Glenfarclas, 15yo, 46%. Deze heb ik geproefd omdat ik een 21-jarige Glenfarclas uit dezelfde serie heb staan die ik niet goed open durf te maken - wat als ik 'm nou niet lekker vind> Nou, één zorg minder in het leven. Binnekort gaat hij eraan. In het weekend waarin ik mijn 50e verjaardag vier - dat lijkt me een uitstekende gelegenheid. Glenfiddich 15yo Solera Reserve (NAS, 40%) - lekker, niet bijzonder.
Was dan alles lekker? Nou, nee. Voor het eerst heb ik een echt vieze whisky in mijn handen gehad. Kwamen die emmertjes toch nog van pas. De Old Perth Sherry Cask (NAS, 43%) rook en smaakte naar vis en olie. Moest nog 33 euro kosten. Ik dacht het niet.
In het rookdepartement tenslotte zijn we maar kort geweest. De Talisker Sky (NAS, 46%) (Stefs keuze, ik had liever de Storm geprobeerd) is de opvolger van de 10yo - lees ik steeds, tenminste. Geen grote verrassingen.
Ik kocht dit voorjaar in Engeland een flesje Ledaig 2007. Daarover schreef ik:
Gekocht in York, UK, bij The Whisky Shop, begin mei 2016. Glenkeir Treasures is de bottelarij. Het betreft een 20 cl flesje - 18 pond voor betaald. Op het plein meteen getest in de glencairn die ik erbij kocht. Verrukkelijk - toen, daar. Ben benieuwd of het thuis net zo lekker is - pastis smaakt oom op vakantie véél beter dan thuis. DE mijne is gedestilleerd op 9 februari 2007 en gebotteld 21 april 2016, één week voor aanschaf, door de verkoper zelf.
En ja hoor, thuis minstens zo'n topper als op dat plein. Spijt van het kleine flesje. Rokerig maar ingetogen, fruitig zonder zoet te zijn. Topwhisky. Op het festival was er Ledaig 2005 van Exclusive Malts - onthoud die bottelarij - te proeven. 56,6%. Ik heb mijn glaasje met mijn vinger leeg zitten likken. Nou kan dat ook gelegen hebben aan het feit dat het inmiddels half vijf was - en de drupjes whisky best een fikse drup geworden waren.