donderdag 30 januari 2014

Op weg

Omdat ik nieuw ben in de whisky-gemeenschap, zoek ik naarstig naar informatie. Er blijkt net zo'n wereld van diversiteit te zijn rondom whisky als er is over wijn. Honderden websites voor liefhebbers, boeken en fotoverslagen van proeverijen. Op ebay varieert het aanbod van lege proefflesjes - van zeldzame whisky's blijkt zelfs een lege verpakking waardevol voor sommige verzamelaars - tot peperdure releases van 20 jaar geleden. Ja, er zijn speciale uitgaves van whisky. Soms lijkt het erop dat, net als bij exclusieve rode wijn, opdrinken eigenlijk het stomste is wat je kunt doen; whisky is een belegging. 
Inmiddels heb ik een site die vrij toegankelijke informatie geeft gevonden. The Scotch Noob, www.scotchnoob.com, is een enthousiasteling die met overduidelijk plezier per merk en type zijn commentaar geeft. Hoewel de sitenaam suggereert dat het over enkel Schotse whisky gaat, is niets minder waar. Ierse, Canadese, Amerikaanse (bourbon-) whisky en zelfs Japanse whisky worden gerecenseerd. Japanse whisky blijkt overigens geen rip-off nep te zijn maar dure en exclusieve whisky die niet onderdoet voor goede Schotse. Zeggen ze; misschien meer hierover in de toekomst.  

Net als bij wijn is ook bij whisky het snob-gehalte aanzienlijk. Ik ben al goed begonnen door zelf, volstrekt ongehinderd door enige kennis van zaken, er van uit te gaan dat single malt whisky per definitie beter is dan blended whisky.

Back the truck up - wat? 
O.K. Single malt is whisky die door één producent, steeds op dezelfde wijze en met dezelfde ingrediënten, wordt gemaakt. Dat wil zeggen de graanmix, het water, het destillatieproces en - belangrijkst van alles -de wijze van rijpen is steeds hetzelfde. Daarna wordt de whisky niet gemengd maar rechtstreeks gebotteld. 

Nóg iets verder terug. Whisky is destillaat van gegist graan - het is dus eigenlijk gewoon wodka. Het wordt (al een beetje) whisky door het lokale water- met de turf erin het als meest mysterieuze element. Turf is wat terroire is voor wijn. Turf is gewoon de Engelse vertaling voor terroire. Het staat dus voor de grond waaruit het bronwater komt en de beek via welke het water de destilleerderij bereikt. Stroomt die door de heide, dan wordt de whisky kruidiger. Het water wordt dan door de zompige ondergrond gefilterd tussen de wortels van de planten door. 

Beetje abacadabra, als je het mij vraagt. Desondanks is iedereen het er wel over eens dat de eiland- whisky's, zoals Talisker (van Skye) en Jura (van, u raadt het al, Jura) en niet te vergeten Laphroaigh (van Islay) onmiskenbaar meer intense, kruidigere en complexe single malts zijn dan van destilleerderijen van het Schotse vasteland. Inmiddels heb ik de Laphroaigh geproefd - en met de Talisker begon mijn avontuur. Beide zijn geen slobberdrankjes; smaak en geur zijn complex, moeilijk te beschrijven en intrigerend. Dat beschrijven trouwens, dat komt later nog wel,

Het volgende deel van het productieproces van whisky, als de wodka gestookt is, maakt er pas écht whisky van. Rijpen. In houten vaten. En nu (al)wordt het ingewikkeld. 
Portvaten, sherryvaten, eikenhouten vaten, (Amerikaans of Europees eikenhout?). Vooral ook Bourbon-vaten; bijna alle Schotse whisky rijpt in vaten waarin eerder Bourbon gerijpt heeft. De Amerikaanse wet staat Bourbon-makers niet toe dat een barrel hergebruikt wordt dus er liggen overtollige, goedkope, eikenhouten vaten voor een habbekrats klaar in de Verenigde Staten. Schotten zijn bijna net zulke krenten als wij dus dat is snel verdiend. 

Rijpingstijd is ook belangrijk. Single malt whisky moet tenminste 10 jaar op vat gerijpt hebben. Eenmaal in de fles namelijk, rijpt whisky, in tegenstelling tot (rode) wijn, niet meer. Bewaren kan eeuwig; de kwaliteit blijft hetzelfde. Dat komt ook omdat Schotse Single Malt niet minder dan 40% volume alcohol mag bevatten. 

Blended whisky is de whisky waarvan de namen het bekendst zijn. Jack Daniels, Johhny Walker, Chivas Regal, Famous Grouse: allemaal blended. De ware purist keert zich walgend af bij het horen van deze namen, grijpt naar zijn moeilijkste fles (in mijn geval tot nu toe de Aberlour Speyside 10 yo) en gaat diepzinnige gedachten denkend voor het knapperende haardvuur zitten en zichzelf superieur voelen.

Toch is de whisky die ik tot nu toe het lekkerst vind - en dan écht heel lekker, rijk, rijp, complex maar meteen toegankelijk en zéér drinkbaar - de Ballantine's 17 yo 42% blended  whisky. Voornoemde purist weigert nu nog langer met mij in één kamer te verblijven. 

Tenslotte: ik zal zeker nog meer schrijven over dat blenden - als ik er ook meer van af weet. Voor nu moet ik nog even toevoegen dat de leeftijd die op blended whisky staat de leeftijd van het jongste ingredient is. Dus in mijn Ballantine's 17yo zit geen whisky jonger dan 17 jaar.

Ik groet u. Vandaag flink wat proefflesjes gekocht en ingeschreven voor een whiskyproeverij op 14 februari. Ik zal u vast verwittigen over hoe dat was.

woensdag 22 januari 2014

Inleiding. In den Beginne.

Veel pogingen heb ik gedaan, even zo veel teleurstellingen heb ik beleefd. Rode wijn en ik, wij bekken niet lekker. Soms, in een goed restaurant, als mijn vrouw een wijnarrangement neemt, proef ik. Dan is de dure, bij het eten door een sommelier uitgezochte rode wijn, een aanleiding om nóg een poging te doen er aan te wennen. Tanine, noemen ze het. Ik vind het een onverdraaglijke wrange zure nasmaak waar ik niet aan kan wennen. Bij zo'n wat betere wijn in een restaurant heb ik het heel even. Kort begrijp ik de reden waarom wijn lekker is, proef ik wat er bedoeld wordt. Meteen daarna trekt mijn mond samen alsof ik in citroen gedompelde krijtjes zit te kauwen.

Nee, wijn en ik, dat wordt het niet.

De geneugten van goed bier daarentegen, die ken ik. De Belgen hebben in de afgelopen twintig jaar een aardig deel van hun snelweg-electriciteit kunnen betalen van de accijnzen op de diverse dubbels, tripels, abbaye's, Grand Cru's en wat dies meer zij die ik heb geproefd. Ooit ben ik begonnen met het afweken van etiketten en, dommer nog, het sparen van glazen. In dat pre-digitale tijdperk heb ik schriftjes beplakt en tekstjes geschreven - tot er onvermijdelijk een overschuimend glas te dicht bij het schriftje stond. Waardoor de zorgvuldig geformuleerde hanepoten over smaak, kleur, bitter- en zachtheid veranderden in uitgelopen, naar bier meurende onleesbare moderne kunst.

Toen gingen de etiketten in een schoenendoos. Om in te plakken. In de winter. Als er tijd voor is. Anders volgend jaar. De glazen waren al in wc-papier gewikkeld - je blijft poetsen - voorlopig in een doos opgeslagen. Voor als er een kast kwam. Van glas. Zodat je ze kon zien. En gebruiken. Als je tenminste het bijpassende bier ooit nog kon vinden.

De betreffende inplakwinter moet nog steeds komen. De schoenendoos ben ik kwijt - misschien maar beter ook. De glazen zijn cadeau gedaan aan een andere zot die dacht dat hij er wat mee kon (nietwaar, Arjan?).

Ik word langzaam oud. Steeds zwaarder ook maar dat is hormonaal en ik heb stevige botten. Van het snoepen en snacken kan het natuurlijk niet zijn. Evenmin ligt het aan een gebrek aan lichaamsbeweging. En al helemaal niet aan het bier. Lekker, groot glas schuimend bier. En vooruit, nog ééntje dan. Of twee. A raison van 115 calorieën per glas. Als het gewoon pilsener is, dan. Voor zwaar bier, de Duvels en de Tripels van de wereld, geldt 160 calorieën per glas.

Nou was ik onlangs in Schotland.

Op de boot naar Schotland was er storm. Bovendien lust ik geen whisky. Dus wat verveeld en zeker niet geïnteresseerd ben ik door de scheepswinkel gewandeld. Ik heb me wel verbaasd over het grote aantal verschillende whisky's. En over de leeftijdgenoten, vaak met imposante baarden en vervaarlijke bierbuiken, die -storm of geen storm - stonden te proeven.

De verkopers zagen het aan me. Eén blik keurden ze me waardig. Daarna geen enkel contact meer mee te maken; ik was als lucht voor ze. Met professionele achteloosheid hadden ze me gewogen en gekeurd voor wat ik was: geen whiskyman.

In Schotland doen ze aan whisky. Nogal nadrukkelijk.

Steeds als je een dorp uitrijdt ligt er aan de linkerkant een whiskystokerij. Of er staat een groot bord. Verwijzend naar de volgende whiskystokerij.

Soms ligt de whiskystokerij aan de rechterkant. Dan staat er een bord met een pijl aan de linkerkant. De auto's rijden immers links.

Uiteindelijk, op een van de laatste dagen, heb ik toegegeven aan de druk. Ik heb een flesje van 5 ml Caledonia Edradour 12 jaar oude whisky gekocht. 44% Single malt. Op sherryvaten gerijpt. Volgens de winkelmevrouw perfect voor beginners.

's Avonds meteen een drupje in een glas. Vliegtuigbrandstof. Of toch niet?

Heeeeeeeeeeele kleine nipjes, veel gesnuif met de neus in het glas, en ja hoor: dáár zijn die sherryvaten!

In de supermarkt, net voor de terugreis, nog een tripack van Glenfiddich 12-15 en 18 jaar oude single malt gekocht. Met maar liefst 19 milliliter whisky de boot weer op, én de hele week de baard laten staan.

Niets van dit alles weerhield de whisky-verkopers (en free sample schenkers) op de boot ervan om me onmiddellijk weer te herkennen voor wat ik was: niet klaar ervoor. Niks proefje,niks opgenomen tussen de stoere motorrijders die schouder aan schouder deskundig stonden te proeven. Nog geen halve dram kreeg ik.

Eenmaal thuisgekomen heb ik twee keer een miniproeverijtje in mijn uppie gehouden. Alle vier de whisky's drupsgewijs in 4 kleine glaasjes, flesje erachter. Vergelijken. Nadat je aan de percentages gewend bent - bier komt zelden boven de 11 procent alcohol uit, whisky begint bij 40% - ga je kleine verschillen proeven. Niet dat ik nou meteen tot fijnproever promoveerde maar er is duidelijk verschil. Ruiken, dat is tot nu toe het leukste, wordt een nieuwe sensatie. Je ruikt aan je glaasje, neemt een slokje en ruikt nog eens - om er achter te komen dat je ná het proeven veel meer ruikt dan ervoor.

Na een aangename familiemaaltijd in een restaurant met Kerst heb ik als toetje een glas Talisker 10 jaar oud besteld. Stom gokje, niet gehinderd door enige kennis van zaken. De Vlaamse ober kwam me vol eerbied de fles laten zien en complimenteerde mijn uitstekende keuze. Het was een riante portie van 3,5 milliliter, wettelijke dosis voor sterke drank in de horeca. Voor mijn doen dus zo'n glas of vier.

De riante maaltijd met daarin ook wat pittiger eten (Kantonese keuken, nee dat is geen sjieke manier om te zeggen dat we bij de Chinees waren) hielp om snel de smaak te vinden. Door de scherpe (wat de Duitsers zo treffend Spirituozen noemen) smaak heen ga je de subtiele smaken proeven. Rijke, volle smaken, vruchten, hout, peper, leer, caramel. Alsof de mist optrekt en het uitzicht verbluffend blijkt. Ik ben om.

Mijn eerste grote fles kocht ik op 9 januari 2014. Talisker, 10 jaar oud. 45,8%.




Ondertussen heb ik al een aardige collectie proef-flesjes en nóg een grote fles bij elkaar gesprokkeld. Ik proef milliliters tegelijk. Dit blog is bedoeld om aantekeningen bij te houden, afbeeldingen van fles en verpakking te bewaren en om de aroma's die ik meen te proeven te bewaren - om waarschijnlijk later nog eens hartelijk te lachen over mijn pretentieuze geneuzel.

25 calorieën per kubieke centimeter. Over één milliliter whisky doe ik vooralsnog een uur. Goed voor de lijn.

In april gaan we weer naar het Verenigd Koninkrijk. Nét onder Schotland. Met de nachtboot. Met een taxfree winkel. Met een whisky-proeverij. Es kijken of ik nu wel mee mag doen. Ik zie al een evidente toename van mijn borsthaar. Komt vast goed.