zaterdag 27 oktober 2018

Whisky Base 2018. Knuppels en hoenderhokken.

Zo was ik dus plotseling - nou ja plotseling, ik had de kaarten al vier maanden in huis - te gast bij Whisky Base, The Gathering, in de Maassilo, in Rotjeknor. Op veler verzoek heb ik deze bijeenkomst met mijn aanwezigheid verluchtigd. 
Whiskybase, The Gathering. Het klinkt als een onheilspellend doom-concert voor Goth's en andere rand-suïcidale zwartgeklede depri's maar dat blijkt het niet direct te zijn. Dit whiskyfeestje in Rotterdam, internationale allure, grootse opzet, werd dit jaar voor het eerst over twee dagen uitgesmeerd - wegens overweldigende belangstelling en zo.

Ik had een weekje aan het strand in Hoek van Holland doorgebracht, met mijn vrouw en mijn Jack Russell pup. Het was een oase van rust, strand, zon en zee, dat weekje. Kalmpjes aan wandelend over het knerpende zand, met aan de zuidelijke horizon de Maasvlakte met zijn hijskranen en schoorstenen. Naar het noorden toe is gelukkig niets te zien van Hoogovens, anders zou het wel een overdreven industrieel kader krijgen, dat Noordzeestrand bij Hoek van Holland. De hond rennend door de branding - mits de golfjes niet te hoog. De najaarszon verrassend sterk, nog 24 graden, geweldig genoten. De handdoek voor de pup na zijn branding-bad was nodig, maar dat lag aan zijn gebrek aan vet en grote-hondenhaar, niet aan het weer. Kortom, een indian summer zoals je er maar weinig meemaakt. 

In de week na het whiskyfeestje ben ik inmiddels aan mijn pols geopereerd. Dat heeft voor vertraging gezorgd, ik had eerder mijn mening aan het internet toevertrouwd, ware het niet dat mijn handen niet erg coöperatief zijn. Adequaat hameren op een toetsenbord blijkt niet eenvoudig met dikke verbanden en spalkjes en meer van dat soort medische mishandel-middelen.  

Dat was in dit geval een voordeel. Mijn eerste bevindingen van Whisky Base waren uitgesproken. Nogal van de nadrukkelijke. Ik vond het, kortom, een nachtmerrie. Ik was er op zaterdag, zo om een uurtje of half één, en stond weer buiten om half drie. Bezweet, getergd, overprikkeld, verbijsterd, gestrest, doodmoe, hologig, overvraagd en verpletterd. 

En het begon zo goed. Bij binnenkomst een zeer fraai glaasje, ook een voor mijn vrouw - met muntjes erin, vooruit met de geit. De Maassilo ligt op een spannende plek in Rotterdam en is een fraai gebouw, zeer geschikt voor zijn doel,  met een mooie industriële rauwe uitstraling. Sfeervol en meer dan uitstekend passend bij de gelegenheid. 

Het viel me op dat er nogal veel whisk(e)y stond. Dat is de enige keer dat ik die (e) erbij zet, gelieve hem er na nu zelf bij te denken. Daarnaast viel het me op dat er nogal veel mensen waren. De boel was uitverkocht; er waren op enig moment duizend mensen in Da House, want zoveel kaarten waren er verkocht. De zondag was niet uitverkocht; had ik dát geweten. 
Overkill. Totale overkill. Zowel het aantal stands als de aangeboden waar, het gebrek aan overzicht - kun je hier nou ook gewoon een fles whisky kopen (nee, blijkt later, vergunning-gedoe) - is verwarrend en voor mijn lichtgeraakte natuur gewoon te veel. Ik wist niet waar te beginnen of wat te willen. Ik had geen plan of strategie - dat blijkt een terminale fout. Ik had tien muntjes - die van mijn vrouw gemakshalve geconfisqueerd - waarmee ik nauwelijks twee drams gemiddeld bleek te kunnen kopen. Twee drams van 2 cc. Op een entreeprijs van 27,50 euro - dus 55 euro voor 2 mensen en 10 muntjes - vind ik dat nogal mager, eerlijk gezegd. 

Toch is dat, hoewel een grief, niet mijn belangrijkste grief. De drukte, het gebrek aan ruimte, de warmte maar vooral de overdaad aan aanbod maakte het voor mij ondraaglijk. 
Hier ligt de nuance, ik heb heus wel gezien dat verder iedereen achteraf loopt te juichen over dit feestje. 
Ik vond het evenwel he-le-maal niks. Ik vond de mogelijkheid om met de standhouders te praten zéér beperkt, ik vond de uitgestalde hoeveelheid perperdure dranken decadent tot op het vulgaire af. Kiezen was mijns inziens onmogelijk, de overdaad pijnlijk; exclusiviteit in het kwadraat, een beetje het effect van tatoeages. "Ik heb een tattoo om me te onderscheiden" is een beetje treurig als de helft van de bevolking zo'n ding heeft. Als bijna alle kramen vol staan met drams die tussen de 10 en 50 euro per glas kosten, tja. 

Exclusiviteit, enkel als statussymbool gebruikt, is vooral verdrietig. Kijk ons nou eens bijzonder zijn. Kijk ons nou eens speciaal genieten en een bijzondere zich zelf onderscheidende groep zijn. Ik was, nog niet zo lang geleden, in Harrods in London. Dat was een bijna psychedelische ervaring, de waanzin van onbeperkte middelen voor mensen die geen idee meer hebben van de waarde van geld. Dat proefde ik een beetje in de Maassilo. Niet zo opzichtig, maar het was er wel. Pijnlijk, wellicht, doe ermee wat je wil.

Begrijp me niet verkeerd, ik hou van whisky, ik ben niet vies van een beetje snobisme, ben niet onbemiddeld op kleine schaal en praat vast voor mijn beurt, want betrekkelijk nieuw in dit wereldje. 
Maar.
De incrowd-hipster in de Maassilo voert de boventoon. Vóór duurzaamheid en met de CO2-neutrale trein naar Rotjeknor. Goed getrimde baard, vlot gekleed, sympathieke glimlach en verantwoorde baan. Geld, daar praten we niet over, de wereld buiten waar (letterlijk, in die buurt) mensen een gezin een week moeten onderhouden van twee entreekaartjes en drie borrels,  die bestaat niet in onze bubbel. Rotterdam is overigens de stad met het grootste percentage mensen dat onder de armoedegrens moet leven van Nederland.

Ach, het zal wel aan mij liggen. De soberheid van het strand en het harde contrast met de grote stad en de drukte van veel mensen in een begrensde ruimte, het zal me wel parten gespeeld hebben. Eenmaal ontsnapt ben ik nog even in het winkeltje geweest, waar ik met veel plezier een intelligent gesprek met een zeer sympathieke Whisky Base medewerker gevoerd heb over mijn verwachting versus hun bedoeling. En een mooi Casqueteers Mortlach flesje gescoord heb. 

Maar goed. Mijn eindconclusie: Whisky is op deze beurs geen hobby meer maar een demonstratie van weelde en levenswijze. Of je het nou over de standhouders hebt of over de bezoekers, veel zelfreflectie over het contrast tussen de realiteit van alledag en de waan in de Maassilo vindt er niet plaats. Misschien is het dan toch wel een beetje een doom-concert. 

donderdag 14 juni 2018

Balvenie Masterclass, Bree (B), 7/6/18

Nou was ik onlangs te gast bij Huis Aerts, drank- en tabakshandel te Bree, Belgisch Limburg. De toon en veel van de woorden zijn gelijk  maar je hebt Limburg en je hebt Limburg. Verwarren van die twee, dat is, in ieder geval voor locals, volstrekt onmogelijk. Bree ligt niet ver van Nederland, men spreekt er Limburgs dialect, de tongval is gelijk maar het verschil is onmiskenbaar: u bent in België. Ik, als Nederlandse Limburger, ben daar gewoon 'nen Ollander. 

De reden dat ik me, na een krankzinnig drukke dienst in mijn ziekenhuis, naar Bree had verplaatst was simpel. Via Facebook ontving ik een poosje geleden een aantrekkelijke uitnodiging voor een Balvenie Tasting, waarbij me beloofd werd dat er een paar bijzondere drams voorgezet zouden worden. Wie zegt er nou nee tegen een serie die 12-14-17-21-25-30 jaar als subtitel heeft? Ik niet dus.

Vandaar dat ik een wat complexe BOB-constructie had ontworpen zodat ik vanuit plek A, zijnde voornoemd ziekenhuis in Eindhoven, met chauffeur 1 mijn auto op plek C, zijnde thuis,  kreeg terwijl ik zelf op plek B, zijnde Bree, achterbleef waardoor chauffeur 2 mij uiteindelijk naar plek C, zijnde thuis dus, terug kon vervoeren. Snapt u het nog?

Enfin. Ik was ruim op tijd - om niet te zeggen de eerste die arriveerde - in het compacte winkeltje dat naast een fraaie collectie drankjes, ook onderdak bood aan het verstoten genotmiddel van de 21e eeuw: tabakswaren. Als ex-roker ben ik van het naarste soort: ik verfoei de geur van sigaretten en asbakken. Ik werk op een afdeling waar vaatchirurgie en oncologie gebroederlijk naast elkaar liggen. Dat is ook een nadrukkelijk ontmoedigingsbeleid, kan ik u vertellen. Desalniettemin heb ik in de voorbije jaren de geneugten van goede - lees dure - sigaren (2 per jaar, maximaal) ontdekt. Om een strenge Weense verkoopster te citeren: "Gute Zigarren geniessen, das hatt überhaupt nichts mit Rauchen zu tuhen". En die verkopen ze daar ook, Gute Zigarren. Dus dat kan nooit helemaal slecht zijn, toch? 

De tasting vond plaats in het magazijntje van de drank- en tabakshandel. Hartelijk welkom geheten door de chef du maison werd ik binnengeleid in het proeflokaal. Een smalle pijpenla, klapstoelen op een rijtje, beetje rommeltje met dozen en zo. Dat mocht evenwel de pret niet drukken. een man of twintig en een vrouw of twee - beide helaas BOB, ik vind het altijd jammer als er geen vrouwen meeproeven. 
Schuin tegenover mij zat een tweetal identieke kaalhoofdige mannen naast elkaar te glanzen, beide met een jaloersmakende, imposante en extreem strak gecoiffeerde baard. Mijn vlassig ginger sikje sloeg gelijk helemaal nergens meer op.
Ik zat zelf naast een van beide dames-BOB's, meer Babettes eigenlijk, die geduldig en stillekes toekeek hoe de gebobde zich de whisky liet smaken. 
Mijn Facebook vriend Olivier Seegers leverde vóór aanvang de per opbod aangeschafte Kilchomans af - mijn avond was al geslaagd nog vóórdat hij begonnen was.

Het geheel werd aan elkaar gepraat door een eveneens ruimschoots bebaarde man - evident minder strakke kincoupe evenwel, en ook qua restcoupe allerminst een hipster te noemen. Hij bleek The Whisky Mercenary, ofwel Jurgen Vromans,te zijn. Met fraaie vlaamse tongval werd deskundig commentaar verstrekt over de aangeboden drams. 

En dat was een aangename collectie. Ik kende de 12YO doublewood, 14YO Carribean Cask en 21YO Portwood al, dus wat kwam ik daar nou eigenlijk doen? Nou, da's simpel. Die andere drie proeven en van de line-up genieten. En hopelijk daarbij wat nieuwe vrienden te maken, da's zeker ook de intentie van mijn tripjes naar tastings waar ik niemand ken. Altijd wel weer wat spannend maar tot nu toe nog nooit tegengevallen. 

Ik ga niet te lang in op de Balvenies. Allemansvrienden, nooit extreem, soms hemeltergend braaf - ik zou er wat voor geven om de Portwood eens op 46% of zelfs 50% te proeven, dát is volgens mij een hemels plan. De 25 jaar oude was mijns inziens, zeker gezien de prijs /leeftijd, een beetje mager - maar de 30YO maakte álles goed. Mán, mán, mán, daar wil ik wel een kistje van. 

Ook vanavond viel het niks tegen, qua nieuwe ervaringen. Na de tasting, wachtend op chauffeur 2 die me naar bestemming C zou brengen, heb ik nog een uiterst genoeglijk halfuurtje doorgebracht met de mannen van de Breese Whiskyclub. Nieuwe vrienden en een uitnodiging voor een feestje, zondag 18 november, het Whisky en Spirits Festival Bree. En jongens, die man met zijn tennisarm niet zo pesten - wat iemand voor zijn hobby doet is zijn eigen zaak. Ik mocht mijn eigen bier niet halen - ik heb evenwel de eer der Nederlanders verdedigd door wél te betalen voor de Christal Alkens. Ik ben gedorie ginne Ollander. De volgende keer geef ik een rondje.










donderdag 11 januari 2018

Tasting 25 plussers Verploegen 7 januari 2018

In één sessie bijna 130 jaar rijpingstijd voor je kiezen krijgen, terwijl je ervaring met 20+ whisky's nog best beperkt is. Het overkwam mijn vriend Stef en mij afgelopen zondag bij de uitstekend georganiseerde proeverij in Woezik (Centrum). Ons tweede bezoek aan Zaal Verploegen was opnieuw de moeite waard. Na de BYOB van vorig jaar - die ik dit jaar moet missen wegens bezigheden elders (lees: gedwongen skitrip met het werk) - was dit een last minute geboekte trip naar het Schotland van eind vorige eeuw.

Richard en Niels heetten het kleine, selecte en volledig mannelijke gezelschap van harte welkom. Geen #metoo gedoe vandaag, bij gebrek aan slachtoffers. Op de bar een selectie van independents, fraai en divers, in de verkoop voor alleszins redelijke prijzen - de fles Allardice 18yo Glendronach die ik kocht is bij D12 49 cent duurder.... 

Maar goed, we kwamen nou niet specifiek voor de verkoop. De statafel naast de beamer was de drager van het edele vocht dat deze middag ter keuring aan ons voorgezet zou worden.
Het ging om de basisopstelling, 6 zwaargewichten, waarvan 5 door independents gebotteld. Die whisky's kwamen uit de flessen-vullerijen van MacLeod, Rattray, Wemyss, Cadenhead. De bottelarijen kende ik niet allemaal, de whisky's waren geen onbekenden. 

Om te beginnen: de opkomst was niet zo heel groot en dat is goed nieuws voor de lezer dezes. Er komt namelijk een tweede proeverij aan, waarbij dezelfde drams gepresenteerd worden - hopelijk met inachtneming van de later volgende "gratis hints". Mis dat niet! Het is een fantastische collectie Scotch, die aan je palet gepresenteerd wordt.

Terug naar zondag 7 januari 2018, nieuwe ronde, nieuwe kansen. Als deze proeverij een voorteken is dan wordt het een mooi jaar.

Voortvarend werd de eerste whisky gepresenteerd. De Rattray Glenturret 1987 - 27YO 51,5% Highlands (WB 68755, 88,2 score) was de eerste die zich mocht laten zien.
Manmanman. Niks schamele 88 punten, mijns inziens een vette 90 plusser. Bloemen, hooi en fruit, een brede neus, een symfonie van aroma's. En dan moet je nog gaan proeven. In de eerste smaak nog wat scherp - openen met 52%, dan krijg je dat - maar al snel weelderig en buitengewoon qua balans. Als die aanvankelijke lichte branderigheid, die ik ook om me heen hoor, afneemt - en dat is al snel - dan komt 'ie pas echt door. En dan hoor ik niks meer om me heen. Zacht en boterig maar niet vet. Soepel en divers, geen enkele smaak overheerst. De whisky straalt kalmte en evenwicht uit, onverstoorbare kwaliteit en zelfvertrouwen. Ja, ik weet het, dat is lyrisch en weinig concreet. De aroma's zijn dermate goed en in balans dat je er heel lang van kunt genieten, de afdronk is lang, rijk en bevredigend. Deze whisky vraagt als tegenprestatie enkel geduld en respVOLGENDE! 

De Miltonduff 1989 26YO, door Ian MacLeod op 50% in een fles gepleurde, op hogshead (324 flessen) gerijpte Speyside (WB 84869, 87,3) staat voor mijn neus.

Klein intermezzo. Ik had zo ook wel wat op- en aanmerkingen aangaande de proeverij. 
Gratis hint 1Één van de aandachtspunten was het tempo. Exquise whisky verdient aandacht en tijd. Als je voor zo'n  900 euro aan whisky op tafel zet, geef je deelnemers dan ook de kans om daarvan te genieten. Ik vond het te snel gaan. Dat is uitgesproken jammer. Niet meer doen. Als je dan al vóór een bepaalde tijd klaar wil zijn, begin dan gewoon eerder. 

Terug naar de Miltonduff. Hartstikke goed. Wat meer hout en kruidiger dan zijn voorganger. Er zit iets vlezigs in de geur en de eerste nip. Ham? Misschien een heel subtiel beetje rook? Hij is zoet, maar niet té. Dat is een hoge vorm van lof, in mijn oeuvre. De geur blijft, ook na diverse nips, vlezig en hartig. Ik moet denken aan een koude slagerij. Hij is heel goed - maar niet zo goed als zijn voorganger. 

Terwijl Richard toelichting geeft, met beamer en al, schenkt Niels het volgende rondje in. Gratis hint 2. Misschien is het een idee om de inmiddels toch echt onvermijdelijke Whisky-Base data toe te voegen aan de informatie die je geeft. Met enkel het flesnummer opgeslagen houden datageile deelnemers als ik meteen op met zoeken en puzzelen, omdat ze weten hoe ze alle informatie over de gepresenteerde Scotch kunnen terugvinden. Dat levert meer aandachtig publiek op, en dat lijkt me nou net leuk voor de presentator.

Wemyss is een bottelaar waar ik nog nooit van had gehoord. De Bladnoch 1990 SC (196 flessen, hogshead) 26YO "Apple Syllabub" Lowlands SM is op 46% gebotteld. WB 91567, 85,6 punten. Not bad.

Ach, daar hebben we 'm. 
Gratis hint 3. De volgorde van de aangeboden whisky's is nogal van de invloedrijke, zoals Klukkluk zou zeggen. Kijk vooral naar de ABV's, de Alcohol By Volume. Dat helpt.
Als je steeds mildere whisky gaat drinken, zeker vrij snel achter elkaar, blijft het spoor dat de vorige, krachtigere drank achterliet op je tong flink hangen. Dat heeft ongewenst veel invloed op je oordeel van de volgende. Veel water tussendoor helpt wel wat - maar daar moet je dan wel de tijd voor krijgen (zie gratis hint 1). 

De Bladnoch Apple Syllabub is een leuk marketinginstrument om allerlei fabelachtige eigenschappen aan een specifiek vat toe te kennen. Het zal vast kloppen dat er hintjes appel in de aroma's zitten maar een hele serie "unieke casks met ieder hun eigen karakter" en ze dan allemaal een exotische smaakgerelateerde naam geven - ik geloof er geen drol van. 
De whisky ruikt fris en licht en grassig - niet de eigenschappen die ik verwacht bij een 26 jaar oude Lowlands. De aroma's zijn kleurrijk en druk, er is geen evenwicht en rust - maar dat heeft zeker ook charme. De afdronk is niet zo lang en de whisky beklijft niet -jammer, zo net voor de pauze. Heel goed, niet indrukwekkend en met ongeveer 140 euro per fles dus ordinair te duur.

Na de pauze, die door enkele deelnemers werd gebruikt om sigaretten te roken (doen we dat nog? Als fijnproevers?) kwam er een Glenrothes 1988 (27YO) op tafel. Deze eveneens door Wemyss gebottelde Speysider heeft ook zo'n ridicule serienaam.  Elk vat schijnt over bovennatuurlijke eigenschappen te beschikken en heeft een bijpassende glorieuze naam. Dit is in ieder geval een sherry butt, 629 flessen op 46%. WB nummer 72837 en 85,9 punten. 

Deze moutige, wat scherpe whisky met aroma's van noten, zachte zoete banaan en ananas - in de verte - is mooi, zacht en gebalanceerd. Hij is aangenaam en prettig maar niet opzienbarend. Voor 170 euro per fles mag je, vind ik, wel wat meer verwachten. Hij wordt volledig om zeep geholpen door de gelijktijdig gepresenteerde kaassoufflé's. 

Gratis hint 4. Lekkere vette tussendoortjes tijdens een proeverij zijn prima. Realiseer je echter wel dat het smaak- en vooral reukvermogen van de deelnemers flink verhoogd is door de combinatie van heel fraaie whisky en concentratie. Ik had oprecht last van de vette walm van de frietbakproducten. Zelfs de zalm rond whisky 1 was wat erg aanwezig, maar zo'n hapje kun je nog wat verderop leggen; gefrituurde snacks evenwel zijn nasaal onvermijdelijk. Ik zou het niet meer doen bij deze selectie. Bij een Islay proeverij lijkt het me minder bezwaarlijk, overigens.

Cadenhead presenteerde vervolgens de Glentauchers / Glenlivet 1990 26YO Speyside SM. Gebotteld op 52,6% vanuit 3 verschillende Bourbon Casks. Whiskybase 94808, 88,3 - nog te koop rond de 170 euro.

Deze geurt sterk naar alcohol en citrus, is droog, wrang en scherp in de eerste dronk en wordt steeds interessanter. Ik proef kersen en zoete scherpte, als in sambal - dát is nieuw. Dan Engelse cake met allerlei vruchtjes en tenslotte is er de afdronk vol warmte, vanille en kruiden. Spannende, interessante, gevarieerde dram. Maar 170 euro?  Ik weet het niet.

De finale was de Tomatin uit de Cù Bòcan-serie. Een Highland dus - en daarbij een peatertje. Op CS, 51,5% gebottelde loeidure (240 euro) 27 jaar oude whisky in een trendy donkere fles met flitsende ijsblauwe letters, Whiskybase 83416, 87,9 punten. Refill hogshead en refill sherryvaten. Waarin, om het ingewikkeld te maken, Islay heeft gerijpt- vandaar de peat.

Waardige afsluiter, geen woord te veel gezegd. Zacht maar duidelijk aanwezige peat, krachtig, zoet zonder suiker, veel te ontdekken, een fles - of tenminste een flinke sample - waard. Top. Net als nummer één wat mij betreft een 90+ whisky. 

Gratis hint 5. 
Alternatieve volgorde: 
Glenrothes, Bladnoch, Miltonduff, Glentauchers, Glenturret, Tomatin. 
Klaar. Iedereen blij naar huis. 

Nog even kort het naprogramma. De bottoms Up was een leuke collectie kliekjes. Een paar opmerkingen:

1. Hammerhead, iets Tjechisch, 23yo - kun je nagaan hoe vies het spul na 12 jaar is. Anijs, drop, zout. Harde, knokige smaken zonder zachtheid, nuance of diepgang. NEE. WhiskyBase 81101. 76,6 met 9 votes - vet overgewaardeerd. Snel vergeten.

2. Inchgower 2001 15YO Speyside James Eadie SC 46% is een groengrassige fris naar hooi ruikende schijnbaar veel jongere en wat vlakke whisky die zijn 72 euro zeker niet waard is. WB 86798 en 81,3 punten van 5 stemmers - voor wat het waard is dus - maar ik ben het met ze eens.

3. Opnieuw James Eadie, de laatste beoordeling hier, een 46% SC Caol Ila - ik was wel toe aan wat hartigs - in een oplage van 237 flessen op 46% gebotteld. Whisky Base nummer 86796. (87 punten - 1 vote). Peat op het eind stelt nooit teleur, zo ook deze Caol Ila niet. Zoet, kersen, citrus, vaag jodium - zoals het hoort. Maar meer dan 70 euro? Nee hoor, zeker niet als je met wat zoeken een Ardbeg Corryvreckan voor minder kunt krijgen.

Het was mij een eer en een buitengewoon genoegen.


.









dinsdag 2 januari 2018

Whisky Club Eindhoven - tasting 151217

Ook al is het nieuwjaar, dit is niet het gevolg van een goed voornemen. Ik ben niet van de resoluties. Ik hou me aan afspraken en kom toezeggingen na - alleen, met de feestdagen ertussen, duurt het wel eens even voordat mijn schrijfsels klaar zijn.

Het was een drukke dag, vrijdag 15 december 2017. Zo vaak maak je geen oratie mee, hoogleraren groeien niet aan bomen.
Het onderwerp was de toepassing van moderne computergeleide echografie bij het op maat behandelen van vaatafwijkingen. Die vaatafwijkingen worden goeddeels veroorzaakt door middelenmisbruik, meer specifiek roken. Nou ga ik geen heel betoog tegen het roken houden maar stop daar nou maar gewoon mee, een weinig aangename en extreem vroegtijdige dood staat je heus te wachten als je vrolijk doorpaft. Misschien een goed moment aan je eigen resolutie te denken, als nicotineverslaafde.

Maar goed, na een aangename maaltijd in de stad toog ik zo tegen achten naar Café de Valk in Woensel, Eindhoven - waar ik 's middags met de trein naar toe was gereisd. Nou ga ik vaker naar Eindhoven, ik werk er tenslotte - maar dan reis ik automobiel. Deze keer niet; de whisky-tasting van de club uit de titel maakte terugrijden een onverantwoorde bezigheid.

Het is nauwelijks in woorden te vangen maar ik ga een poging wagen. Er zijn blijkbaar nog ouderwetse kroegen. Ik kom er niet zo vaak. Daarnaast heb je een bééld van hoe een ouderwetse kroeg er uit zou moeten zien. Vol stereotypen, vage beelden die je uit Hollandse liedjes kent - "Daar in het kleine café" en zo. Het onderstaande is een samensmelting van beide.

Ik kwam dus binnen in De Valk. De geur van doorrookte kleding, versgetapt bier en vochtige jassen op een overvolle kapstok - CHECK! De muziek die lijkt stil te vallen en de vaste clientèle, die wat achterdochtig omkijkt wanneer de vreemdeling binnenkomt  - CHECK! Beetje bochtige, onoverzichtelijke ruimte, immer de indruk makend dat het te krap is, ook al zijn er maar drie mensen - CHECK! Kleedjes op de tafels, ik zal de nep-houten asbakken erop gefantaseerd hebben, ouderwetse logo's van de diverse drankleveranciers als aankleding - CHECK! En dan, het hoogtepunt, de barman, een glas poetsend met een katoenen doek, die woordloos en met een enkel handgebaar wijst naar het zaaltje achter de kroeg - CHECKERDECHECK!!!!

Dus ik had al een ruime alinea voordat ik ook maar in het juiste zaaltje was aangekomen. Alwaar twee rijen tafels de toch al niet zo grote ruimte aardig volstouwden. Ongeveer de helft van het verwachte gezelschap was binnen, sommigen kenden elkaar - de altijd wat ongemakkelijke sfeer van mensen met een gezamenlijke factor die elkaar nog niet kennen is altijd wel een beetje spannend.

Uiteindelijk ging iedereen ergens zitten. De aangename verrassing was dat er een handvol vrouwen waren, en niet zomaar vrouwen - ze bleken geen aanhang maar deskundig en op eigen gezag aanwezig. Françoise, mijn buurvrouw, bleek zeer aangenaam en ingewijd gezelschap. Ze had een mooie fles Benriach bij zich, de 1995 (19yo) Peated Madeira Cask op 51,9%. WB 69249.  Een fraaie en niet makkelijk meer te krijgen 87,5 punten scorende Speyside. De balans is fraai, hij begint droog maar trekt snel bij, is allerminst scherp ondanks de 52%. Ik zou er wel een flesje van kopen maar ik kan er maar ééntje vinden, een jaar ouder, en die kost 220 pond. Dacht het niet.

Maar goed, het begon natuurlijk met de whisky's van de proeverij.

Whistler Blue Note  7 46,0% Ierland   89535 83,6       28
Springbank  20YO  20 48,9% Campbeltown  100549 90,9      150
Glenturret 34YO 34 47,6% Highlands  53452 90      260
Glenlossie 1997 20 54,2% Speyside  96579 88,3      120
Balvenie PeatWeek 14 48,3% Speyside  97790 87        75

De Whistler is een instapwhiskey waar voor 28 euro niets op aan te merken valt. Er is evenmin veel spannends over te vertellen. Op bourbon/oloroso gerijpte 7 jaar oude Ier met toffee en sherry met een vaag randje van verf of terpentine. Beetje vlak.

De Balvenie Peated 14YO was hierna aan de beurt. In de geur nauwelijks peat, ik vind het predikaat peated te veel eer; de geur is citrus, wat zilt en jodium. In de smaak al wat meer peat; licht maar duidelijk, erg lekker. Allemansvriend - zoals totnutoe elke Balvenie die ik ooit proefde - met honing, boterige textuur en zeer zacht. 

De Glenturret is de duurste uit het gezelschap. Hij staat al meer dan een uur open in mijn glas en de kenners om mij heen adviseren dat ik nog langer moet wachten. Ik kan daar niet zo veel mee, met dat wachten. Mijn beperkte ervaring heeft me geleerd dat sommige whisky's uit een net geopende fles vies zijn en een kwartiertje later stukken beter smaken. Vandaar dat ik mijn eerste smaaknotities van nieuwe flessen met een korrel zout ben gaan leren nemen. 
Goed. De Glenturret. Bloemige, zware geur met een hoog parfum-gehalte; net als bij parfum blijft de lucht lang achter in je omgeving. De smaak is bijzonder, je proeft heus dat je iets bijzonders in je glas hebt. Ik kan alleen niet zo lyrisch worden van de prijs / kwaliteit verhouding; okee, 34 jaar is best lang maar 260 euro voor deze whisky, mijns inziens overpriced. Misschien had ik langer moeten wachten. Ook het toevoegen van een drupje water, wat ik anders eigenlijk nooit doe, bracht geen epifanie. Zal wel aan mij liggen; op Whiskybase scoort hij 90+.

Glenlossie 1997, door Tom meegebracht, is een 20 jaar oude Speyside waar ik zelf de 19yo variant van heb. Ik had een sample mee willen nemen om ze te vergelijken maar dat is er niet meer van gekomen. Erg zoet, bubble gum, banaan. Spektakel met niet veel diepgang, ondanks de leeftijd. Met een heel klein drupje water - ik was nou toch bezig met de boel aan te lengen - kwamen er wat meer scherpte maar vooral ook wat zuidvruchten en mandarijnaroma's bij. Interessant, niet te duur, het verkennen waard.

De op sherry hogsheads gerijpte Springbank, een naam die veel verwachting met zich meebrengt, is 20 jaar oud. Op 48,9% door Whisky Broker gebotteld. Hij scoort 90+, ook door Kay Meertens, twee keer tweede en in 2017 winnaar van de Whisky Tast-Olympics - dus die heeft er verstand van. Daarnaast is de 90,5 het resultaat van 65 stemmers, dus hij is écht goed. 
Ik rook bacon - in een overigens moeilijke geur, superieur en complex met weinig bekende aroma's. Dat is dus een on-zin, daar staat niks, maar blijkbaar schoten woorden te kort. De whisky smaakt niet zoet, er zit iets van as in de smaak met een randje snoep. Geen chocolade, geen fruit, geen krenten. Wat dan wel? De afdronk is droog, schrijf ik er nog bij. Ik vermoed dat deze nog buiten mijn gewichtsklasse ligt. Ik zou er wel een sample van willen voor over een poos. Hint hint. 

Sander had Clynelish 1996 op 54,4% bij zich, iets met Jack Wiebers, die ik niet kan vinden op Whiskybase. Niet dat het veel uitmaakt: ik schrijf eronder "nu echt te veel zoetigheid gehad om nog fatsoenlijk verschil te kunnen maken".  

Het werd dus tijd voor een kruidige finale. En wát voor een. Mijn dank gaat uit naar de meneer wiens naam ik niet meer weet maar die uit de Archives serie een Laphroaigh Vintage 2001, 16yo Islay SM meebracht. Niet te koop in Nederland. Wat spijtig is want ik wil er wel drie. Té-Ring! Wat een mooi einde aan de avond. Ik heb  er stiekem 2 genomen, te meer omdat de eigenaar vertelde niet van peated whisky te houden. Parels voor de zwijnen. 

Het was kortom een genoeglijke avond. Gerne wieder!