zaterdag 27 oktober 2018

Whisky Base 2018. Knuppels en hoenderhokken.

Zo was ik dus plotseling - nou ja plotseling, ik had de kaarten al vier maanden in huis - te gast bij Whisky Base, The Gathering, in de Maassilo, in Rotjeknor. Op veler verzoek heb ik deze bijeenkomst met mijn aanwezigheid verluchtigd. 
Whiskybase, The Gathering. Het klinkt als een onheilspellend doom-concert voor Goth's en andere rand-suïcidale zwartgeklede depri's maar dat blijkt het niet direct te zijn. Dit whiskyfeestje in Rotterdam, internationale allure, grootse opzet, werd dit jaar voor het eerst over twee dagen uitgesmeerd - wegens overweldigende belangstelling en zo.

Ik had een weekje aan het strand in Hoek van Holland doorgebracht, met mijn vrouw en mijn Jack Russell pup. Het was een oase van rust, strand, zon en zee, dat weekje. Kalmpjes aan wandelend over het knerpende zand, met aan de zuidelijke horizon de Maasvlakte met zijn hijskranen en schoorstenen. Naar het noorden toe is gelukkig niets te zien van Hoogovens, anders zou het wel een overdreven industrieel kader krijgen, dat Noordzeestrand bij Hoek van Holland. De hond rennend door de branding - mits de golfjes niet te hoog. De najaarszon verrassend sterk, nog 24 graden, geweldig genoten. De handdoek voor de pup na zijn branding-bad was nodig, maar dat lag aan zijn gebrek aan vet en grote-hondenhaar, niet aan het weer. Kortom, een indian summer zoals je er maar weinig meemaakt. 

In de week na het whiskyfeestje ben ik inmiddels aan mijn pols geopereerd. Dat heeft voor vertraging gezorgd, ik had eerder mijn mening aan het internet toevertrouwd, ware het niet dat mijn handen niet erg coöperatief zijn. Adequaat hameren op een toetsenbord blijkt niet eenvoudig met dikke verbanden en spalkjes en meer van dat soort medische mishandel-middelen.  

Dat was in dit geval een voordeel. Mijn eerste bevindingen van Whisky Base waren uitgesproken. Nogal van de nadrukkelijke. Ik vond het, kortom, een nachtmerrie. Ik was er op zaterdag, zo om een uurtje of half één, en stond weer buiten om half drie. Bezweet, getergd, overprikkeld, verbijsterd, gestrest, doodmoe, hologig, overvraagd en verpletterd. 

En het begon zo goed. Bij binnenkomst een zeer fraai glaasje, ook een voor mijn vrouw - met muntjes erin, vooruit met de geit. De Maassilo ligt op een spannende plek in Rotterdam en is een fraai gebouw, zeer geschikt voor zijn doel,  met een mooie industriële rauwe uitstraling. Sfeervol en meer dan uitstekend passend bij de gelegenheid. 

Het viel me op dat er nogal veel whisk(e)y stond. Dat is de enige keer dat ik die (e) erbij zet, gelieve hem er na nu zelf bij te denken. Daarnaast viel het me op dat er nogal veel mensen waren. De boel was uitverkocht; er waren op enig moment duizend mensen in Da House, want zoveel kaarten waren er verkocht. De zondag was niet uitverkocht; had ik dát geweten. 
Overkill. Totale overkill. Zowel het aantal stands als de aangeboden waar, het gebrek aan overzicht - kun je hier nou ook gewoon een fles whisky kopen (nee, blijkt later, vergunning-gedoe) - is verwarrend en voor mijn lichtgeraakte natuur gewoon te veel. Ik wist niet waar te beginnen of wat te willen. Ik had geen plan of strategie - dat blijkt een terminale fout. Ik had tien muntjes - die van mijn vrouw gemakshalve geconfisqueerd - waarmee ik nauwelijks twee drams gemiddeld bleek te kunnen kopen. Twee drams van 2 cc. Op een entreeprijs van 27,50 euro - dus 55 euro voor 2 mensen en 10 muntjes - vind ik dat nogal mager, eerlijk gezegd. 

Toch is dat, hoewel een grief, niet mijn belangrijkste grief. De drukte, het gebrek aan ruimte, de warmte maar vooral de overdaad aan aanbod maakte het voor mij ondraaglijk. 
Hier ligt de nuance, ik heb heus wel gezien dat verder iedereen achteraf loopt te juichen over dit feestje. 
Ik vond het evenwel he-le-maal niks. Ik vond de mogelijkheid om met de standhouders te praten zéér beperkt, ik vond de uitgestalde hoeveelheid perperdure dranken decadent tot op het vulgaire af. Kiezen was mijns inziens onmogelijk, de overdaad pijnlijk; exclusiviteit in het kwadraat, een beetje het effect van tatoeages. "Ik heb een tattoo om me te onderscheiden" is een beetje treurig als de helft van de bevolking zo'n ding heeft. Als bijna alle kramen vol staan met drams die tussen de 10 en 50 euro per glas kosten, tja. 

Exclusiviteit, enkel als statussymbool gebruikt, is vooral verdrietig. Kijk ons nou eens bijzonder zijn. Kijk ons nou eens speciaal genieten en een bijzondere zich zelf onderscheidende groep zijn. Ik was, nog niet zo lang geleden, in Harrods in London. Dat was een bijna psychedelische ervaring, de waanzin van onbeperkte middelen voor mensen die geen idee meer hebben van de waarde van geld. Dat proefde ik een beetje in de Maassilo. Niet zo opzichtig, maar het was er wel. Pijnlijk, wellicht, doe ermee wat je wil.

Begrijp me niet verkeerd, ik hou van whisky, ik ben niet vies van een beetje snobisme, ben niet onbemiddeld op kleine schaal en praat vast voor mijn beurt, want betrekkelijk nieuw in dit wereldje. 
Maar.
De incrowd-hipster in de Maassilo voert de boventoon. Vóór duurzaamheid en met de CO2-neutrale trein naar Rotjeknor. Goed getrimde baard, vlot gekleed, sympathieke glimlach en verantwoorde baan. Geld, daar praten we niet over, de wereld buiten waar (letterlijk, in die buurt) mensen een gezin een week moeten onderhouden van twee entreekaartjes en drie borrels,  die bestaat niet in onze bubbel. Rotterdam is overigens de stad met het grootste percentage mensen dat onder de armoedegrens moet leven van Nederland.

Ach, het zal wel aan mij liggen. De soberheid van het strand en het harde contrast met de grote stad en de drukte van veel mensen in een begrensde ruimte, het zal me wel parten gespeeld hebben. Eenmaal ontsnapt ben ik nog even in het winkeltje geweest, waar ik met veel plezier een intelligent gesprek met een zeer sympathieke Whisky Base medewerker gevoerd heb over mijn verwachting versus hun bedoeling. En een mooi Casqueteers Mortlach flesje gescoord heb. 

Maar goed. Mijn eindconclusie: Whisky is op deze beurs geen hobby meer maar een demonstratie van weelde en levenswijze. Of je het nou over de standhouders hebt of over de bezoekers, veel zelfreflectie over het contrast tussen de realiteit van alledag en de waan in de Maassilo vindt er niet plaats. Misschien is het dan toch wel een beetje een doom-concert.