woensdag 29 november 2017

Macallan. Tja.

Ik moest maar weer eens een mening hebben. Vanavond dronk ik een Duveltje, een voortreffelijk en wereldberoemd Belgisch bier van hoge gisting. 

Tot mijn ergernis en frustratie is er tegenwoordig geen nagisting op de fles meer. Vroeger was dat een ijkpunt. De mannen werden van de jongens gescheiden door het inschenken van een Duvel. De routinier slaagde erin om het (vanzelfsprekend originele, bijbehorende) glas in één beweging te vullen met helder bier met een dikke schuimkraag. De nagisting in de fles en het schuim enkel ín het glas. Prutsers - bijna iedereen - zonder die skill (wat toen nog gewoon vaardigheid heette) zaten met een glas troebel bitter bier en een tafel/vloer/trui vol schuim. 

Natuurlijk komen we vanzelf uit bij het onderwerp van dit blog, whisky. Heb geduld met me. Ik wil het eerst nog even hebben over gladde marketing, winstmaximalisatie, doelgroepvergroting en dat soort product-onterende praktijken. Dát heeft er voor gezorgd dat Duvel tegenwoordig helder is, ook als je het flesje helemaal leeggiet. Daarmee is gebogen voor de God van de Omzet. Vast leuk voor de aandeelhouders, een catastrofe voor de liefhebber.

Macallan. Highland Park. Grote namen, belangrijke historie, verantwoordelijk voor geweldige en inmiddels volstrekt onbetaalbare whisky's. Ik heb al eerder wat gevonden van HP dus die hebben vrij vandaag. Ga maar lekker effe buiten spelen, in je houten Vikingkistje met blauwe / groene / rose fles en Game Of Thrones imago. Overpriced, overrated, beleggingslimited. 

Macallan, daar wil ik het nu even over hebben. Een 15 yo op de markt brengen voor 500 euro, je moet het maar durven. Zeker als je eigen 18- en 21 jarige SM minder kost. Omdat er Macallan op staat. Vijf verschillende NAS'sen, de één nog duurder dan de ander. Dat zou geweldig kunnen zijn maar de Gold en de Amber, die ik beide uitgebreid heb kunnen testen, zijn droevige allemansvrienden met een veel te hoog prijskaartje. De Macallan 25yo die ik op de BYOB in januari in Wychen proefde (van Gordon & McPhail) heb ik op whiskybase niet kunnen vinden. Dat hoeft ook niet; ik proef 'm nog steeds. Paar jaar geleden gebotteld, "slechts" 40%, niet eens een eigen botteling. Geweldig spul. Was ooit vast niet zo héél duur.

Macallan speelt met vuur. Niet omdat ze dure whisky maken; omdat ze slechte instapwhisky maken. De naam suggereert (nu nog) kwaliteit; het resultaat na aanschaf is een teleurstellende vlakke en karakterarme (vooruit, lichtvoetige, makkelijk drinkbare, nonoffensive) allemansvriend. Het probleem wordt pas echt duidelijk in het licht van de concurrentie. Naast de Talisker 10 - geen schijn van kans. Vooruit, da's wel stevige concurrentie. De instappers van Macallan presteren naast de half zo dure Glenfiddich 12 evenwel ook maar matig; de fruitig-frisse en pretentieloze lowbudget Fiddich steekt de kachel aan met de Macallan Gold en Amber. 

Nee, lieve lezer, zoals u kunt zien, ben ik geen fan van Macallan. Er is geen laaggeprijsde instapper die je uitnodigt om meer te proberen. Talisker, Glenmorangie, Glenfiddich, Aberlour, Dalwhinnie, Godbetert zelfs Highland Park hebben een betaalbare ster die de aandacht trekt voor weinig geld en uitnodigt om de collectie te gaan verkennen. De betaalbare Macallans slagen er volstrekt niet in om mijn aandacht te trekken en daarmee mijn beurs uit te dagen om de diepte in te gaan. Jammer van zo'n grote naam. 

Na een Duveltje, evenwel, valt de Amber niet eens heel erg tegen. Dat dan weer wel. Drink genoeg sterk bitter Belgisch bier en je whisky valt niet tegen; dát is pas een slogan, Macallan.

dinsdag 17 oktober 2017

BYOB Gouda 15/10/17

Japans Restaurant Kimchi, Gouda, schijnt heel goed te zijn. Ik heb er gegeten jongstleden zondag. Nog steeds echter moet ik de reviews geloven op Google; van mijn bezoek aan betreffend restaurant is me maar weinig bijgebleven, wat best spijtig is, zeker gezien de rekening. 

De schuld van dit gat in mijn geheugen ligt volledig bij de samenkomst bij Wijnhandel van Welie, meer precies bij Martin Stavleu, schijnbaar werknemer van deze Goudse middenstander. Dat is overigens een misleidende naam, wijnhandel - ik heb geen wijn gezien. Wel whisky. Eerst niet zo veel whisky; er stonden, toen mijn vrouw en ik tegen tweeën het pand betraden, nog niet zo veel flessen op tafel. Er waren dan ook nog niet zo veel mensen. 

Ik heb even teruggekeken. Bij eerdere BYOB's en proeverijen heb ik tussen de 12 en 14 whisky's beschreven vóór ik de pijp aan Maarten gaf en ophield met noteren. Dat was deze keer niet anders; dertien smaaknotities, precies in het midden dus. Ik ben dan ook voortvarend aan het werk gegaan. Van de notes volgt straks een - hopelijk niet te saai - overzicht. Eerst wil ik wat vertellen over het verloop van de middag. 

Het proeflokaal in kwestie is een gezellig ingerichte slijterij met ruimte voor een grote tafel in het midden - vast niet conform de instructies van de Inspectie voor de Maximalisatie van de Omzet, de IMO. De sfeer is er echter meteen verwelkomend en onwinkels door. Onwinkels is vast geen woord maar dat kan me niets schelen. De keuze was er reuze. De kast met independent bottelarijen, mijns inziens een ijkpunt voor de serieuze whiskyverkopert, was goed voorzien en er was veel keus in de prijs tussen de 40 en 70 euro, wat een winkel in mijn ogen zeer aantrekkelijk maakt. Ook de portafdeling, door mijn betere helft hooggewaardeerd, was goed geoutilleerd. Nog bedankt voor de Taylor's 325th Anniversary, meneer Stavleu - hij is open en zeer goedgekeurd.

De ene na de andere spirituozen-liebhaber kuierde inmiddels de tent binnen. Het was een goddelijk mooie oktoberdag, de mooiste sinds er weerdata verzameld worden, was des avonds op het journaal te horen. De deur stond open, de rokers - schei daar nou toch eens mee uit, stelletje smeerlappen - konden in het najaarszonnetje hun longen verzieken zonder anderen te hinderen. 

In Wenen kocht ik een sigaar van vijftien euro. Een van mijn vele dochters kwam de winkel in, geshockeerd kijkend vanwege de aanschaf van het bruine genotsknotsje. De Oostenrijkse verkoopster evenwel sprak haar vriendelijk edoch vermanend toe: "Mit Rauchen, mein Kind, haben Zigarren überhaupt nichts zu tuhen". Dus Dirk Raggers, een goede sigaar, dat heeft met roken niks te maken. Matiging, dat is het antwoord. Ik herhaal: matiging - ik begrijp dat een niet nader te noemen Fries aan de sik naar het hotel is getrokken, de blauwe klompen klapperend over de kasseien van Gouda. Maar dat kan ook een vilein gerucht zijn. 

Het feestbeest van de dag betrof ene Edje, wiens verwarrende facebook alias "Jacoba Ed" mij voor moeizame zinnen als de lopende plaatst. Heet 'ie nou Ed Jacoba? Of is Jacoba een lang gesloten en vergeten destilleerderij aan wie hij eer doet? Hoe dan ook, geschikte vent, verstand van whisky, tijdlijn even bekeken: ga ik niet mee in discussie. Naast deze échte kenner (en vooruit, Stavleu ook) zie je mij voor wat ik echt ben - een taalvaardige praatjesmaker zonder échte kennis van zaken en ervaring.

Fred van der Ven had een zuid-Afrikaanse single Malt van 10 jaar meegebracht. Ik moet me bij hem verontschuldigen. Laat in de middag vroeg hij me wat ik er van vond en gaf ik hem het commentaar dat bij een mondaanslag van voornoemde Ed hoorde - de (net geen) vijf dollar kostende Chinese malt die ook op tafel stond. Deze Power Label Gaolang Blend, bestaande uit 40% malt, 30% corn en 30% grain ruikt naar vis - zelden een eigenschap waar ik vrolijk van word. Slap van smaak. Nee. flauw, gezoet. Nee. karakterloos. Nee. Nee. Het was likeur met vanille-aroma - van dat goedkope nepspul voor in de cake- waarin te veel water. Néé! Geloof niet dat ik er een flesje van ambieer, kortom. Fred, ik heb mijn aantekeningen doorgebladerd maar je Three Ships staat er niet bij. Volgende keer beter.

Kleine verrassing: heel goed vond ik de Tomatin Legacy, 43%, bourbon & virgin oak matured NAS. Geur van ei, schrijf ik - misschien bedoelde ik custard. Vaag ziltig, gek genoeg. Vanille, eerst gewoon, zoals te verwachten, maar blijft lang hangen en neemt toe in intensiteit. Lange afdronk, wel ééndimensionaal. Maar goed, nog geen drie tientjes, die komt zeker in mijn kast. 

Van mijn buurman - Wouter van der Hoorn - proefde ik Amrut whisky. De reacties aan proeftafels zijn bij de exoten - in mijn nog niet zo heel grote ervaring - wel steeds dezelfde. Amrut uit India, Kavalan uit Taiwan en in mindere mate whisky's uit Japan - onbekend maakt onbemind. Scotch brengt blijkbaar een bepaalde mate van oogklepperigheid met zich mee. Oogklepperig is vast óók geen woord maar zoals u al raadde, ook dat kan me niks schelen.

De Amrut Fusion, zoals de meeste exoten NAS (in de tropen wil de whisky wat sneller rijpen - en verdampen) is een excellente, simpelweg op nieuwe op eiken vaten gerijpte whisky. Aanvankelijk ruik ik vaag bouillon - later wordt dat gelukkig nóg minder. Niks zo frustrerend als whisky die lekker smaakt maar vies ruikt. Daarna gaat het palet er vól op los. Fruitig-kruidig, rood fruit - kersen! met een droge afdronk, maar niet wrang. Uit-ste-kend. Ga ik kopen - voor 40 euro een prachtige opvolger van de Amrut Single Malt die ik heb en bijna leeg is (voor 3 tientjes bij whiskybase gekocht, 94,5 bij Jim... voor wat 't waard is).

Aultmore Foggy Moss 12yo Speyside 46%: prima. Niks bijzonders. Te duur. 

Aberfeldy 21yo Highland 40% - bedankt voor het meebrengen, gulle gever! Scoort op WhiskyBase 85,5, niet mis. Ruikt beetje chemisch, net als Glenfarclas. Smaakt naar zoete tabak (je opa pijpen zijn pijp). Milde munt, zoet zonder suiker - dát is een verdienste. Kruidig in de lange afdronk. Als je 'm nog voor 90 euro kan krijgen, geen miskoop - meer is te veel, gezien de Glenfarclas chemiefabriek in de geur en de eerste smaak.

Mijn whisky van de dag was de Cadenhead botteling van Glen Ord - daar had ik, om te beginnen, nog nóóóóit van gehoord. Highlands, hofleverancier van goede blenders, weinig op de markt onder eigen naam. Op 56,2% gebottelde 11 jaar oude single malt. Michiel van der Meijde, buitengewoon hartelijk dank.
De geur is van groen, vers gemaaid gras - de kleur is heel licht, er zit vast geen kleurstof in. De smaak is knetterend, scherp, spannend en anders dan anders - whatever dat betekent. Er zijn weinig woorden te vinden voor deze opmerkelijke whisky die veel aandacht verdient en zelfs iets van een zout randje heeft in de afdronk. Nog te krijgen in Musselkanaal - ik kan het weten, heb er net een besteld. 

De twee zwaargewichten van de middag waren de Signatory's. De Bladnoch - Martin wordt een beetje giechelig als alleen de náám al valt - 1993 SM 19yo Lowland whisky. Ter mijner verdediging - het werd na een whisky of 10 er niet makkelijker op. De geur , zo staat staat in mijn steeds moeilijker leesbare aantekeningen, is wdreeeh. Maar ook ggfrtgtebnd. Geloof ik. Wordt opzichtig beter naarmate je langer over het glas doet, was mijn conclusie. Ook die van Ed, dus dat sterkt me in mijn mening. Prijs ongeveer 65 euro, whiskybase wardering 83,3 - waar voor je geld dus.

De andere Signatory was een Tormore, Highland, 43% (1993) 20yo SM die zacht, licht en mildzoet geurde. Dat zachtzoet geurende luchtje, dat is al een prestatie op zichzelf. Er zit wat koffie in het aroma, de afdronk is een lekker beetje droog en de totale indruk is er een van heerlijk toffee-caramel-koffie aroma met een heel lange, bevredigende afdronk. Volgens mij niet meer te krijgen; de 19yo is op de markt voor 67 euro en vijftig cent. Lijkt me een prima deal.

Ja, Omvlee, wat had je zelf nou eigenlijk bij te dragen? Nou, vooral Fries (speciaal voor de firma Wolvega en Omstreken) roggebrood met Limburgse zult. Heb wat moeten pushen - maar de reacties waren best beleefd. Ik geloof dat een enkeling het ook echt lekker vond. Daarnaast had ik een fles West Cork - Irish Whiskey - Cask Strength (62%) uit Wenen meegebracht, die bij de liefhebbers van Cask Strenght whisk(e)ys tot positieve reacties leidde; missie geslaagd.

Tja, en toen naar het Japans restaurant. En daarna terug naar Haastrecht, waar onze trouwe camper op ons stond te wachten. Volgens mij ligt Haastrecht zo'n 934 kilometer van Gouda. Zo leek het wel, in ieder geval.












zaterdag 7 oktober 2017

Whisky Event Eindhoven, 30 september 2017

Laat ik met de deur in huis vallen: waar kwamen al die vrouwen ineens vandaan? Terwijl ik een jaar geleden op het whiskyfeestje van Van der Heijden in de immer sfeervolle hal van het Summa College me afvroeg waarom er zo weinig vrouwen waren, was er voor deze gelegenheid een fiks blik leden van dat geslacht opengetrokken. Begrijp me vooral niet verkeerd: gelukkig was de man/vrouw verhouding minder scheef dan bij de editie van 2016.
Het concept was volstrekt ongewijzigd - never change a winning team. Glaasje, muntjes, standjes, prima boekje. Niks mis mee. Van mij hadden alle stands van verleden jaar wel zo'n beetje op dezelfde plaats mogen staan maar er was hier en daar wat gehusseld. Nou ja. Geen drama.

Enthousiaste standhouders met veel kennis van zaken. Een meneer bij tafel twee die een compleet college over rum gaf. En daar lekkere rum bij schonk - ik heb meer rum geproefd op één middag dan in mijn leven tot nu toe. Ondergewaardeerd drankje, dat spul, als je een beetje weet waar je op moet letten en goed advies krijgt, kun je voor drie tot vijf tientjes per fles een complete nieuwe hobby beginnen. De nieuwe meneer die independent bottelt aan tafel 4 bleek Erik Molenaar, van Wagging Finger, een nieuwe distilleerderij in Deventer, te heten. Een aardige kerel met een brutale strategie; op twee nooit van gehoord blends en één single malt na moest er bij zijn tentje extra betaald worden voor alles. Kintra is de bottelingserie waarin de Glen Moray 9yo werd aangeboden.

Laat ik daar nou even verder op in gaan. Ik heb in mijn prille carrière als whisky-adept een paar Glen Moray's gehad. De één nog beroerder dan de ander. De NAS port cask finish ("Elgin") was oprecht om te janken. Dun en slap en volstrekt niet in staat om naast welke andere scotch overeind te blijven; zelfs een heel zachte Ier was prima in staat om de Elgin naar de vergetelheid te bombarderen. Dan de 16yo die ik in 2015 kocht; die was zoet, saai, karakterloos en oninteressant. Daar sprak ik Erik dan ook over; ik begrijp niet hoe een a-merk onder zijn eigen naam zijn reputatie zó te grabbel kan gooien. Hij beaamde dit en vertelde me dat de 9yo die hij zelf verkocht van een andere orde was - er moest dan ook 3 euro voor een klein drammetje worden toegelegd op een flesprijs van nog geen 70 euro. Een glas Aberlour 18 of Glenmorangie 18 moest even verderop twee euro, twee muntjes dus, kosten - om eens wat te noemen; de Glenmorangie kost bijna 77 euro. Beetje onbalans in de prijzen, Erik.

Dat gezegd hebbende: de independent 9yo Glen Moray was geweldig. Een bleke whisky, citrus in de neus. Niet opvallend of heel bijzonder. Maar dan: de smaak! De smaak! Jeetje. Breed, complex, verrassend subtiel en met een meterslange afdronk. Ik had 'm willen kopen - en nog een paar - maar de wachtrij voor het afrekenen aan het eind van de middag maakte dat ik uiteindelijk met lege handen vertrokken ben. Kan niet de bedoeling zijn, firma Van der Heijden. 

Ik zal jullie niet vervelen met alle aantekeningen die ik door de middag, in afnemende mate van leesbaarheid, heb gemaakt. De hoogtepunten, een rondje Best Of, dan maar. En een paar tegenvallers.

In de laatste categorie hoort de Glenmorangie 18yo thuis. Zoet, vol, warm, droog - begint goed - maar in de afdronk wrang, met bittere sinasappelschil en weinig vreugdevols. En dat van mijn favoriete merk. En dat als eerste whisky, geen sprake van milieuvervuiling op dat moment.

Finlaggan, goed verkrijgbare gevarieerde NAS malts. Portwood, om precies te zijn. Fraai, subtiel wat rook - niet zo mooi als bij de alsmaar beter wordende Ledaigs die ik in de kast heb staan. Die peat, daar wil ik wel meer van; de portwood rijping voegt niet echt veel spektakel toe. De prijs is mijns inziens dan ook een tientje hoger dan zou moeten. Maar eens in de aanbieding kijken. 

Soms is mythe ook wat waard. Ik heb Bladnoch gehad! De Samsara, NAS, 46,7%, te koop voor 75,15 op de beurs, was waanzinnig. Mijn aantekening: záááááááááácht. Maar dan slordiger geschreven. Springerig fris, lekker bittertje, gistend fruit - van het goede soort. Wel boel geld voor een NAS. 

Tijdje staan praten bij een klein standje vol Ierse whiskey. The Irishman en Writers Tears, op één na allemaal NAS, enthousiaste mensen met bescheiden whiskey. De Irishman Single Malt is wat dun, met 40% niet sterk genoeg om de Highland Queen Sherrywood  Blend (15 euro... kopen!!!) te verjagen die ik daarvoor dronk. En met water had weggespoeld. De Writers Tears Redhead (37,-) is 46%, net als de Marsala Cask van 59 euro en heeft wat meer body. Ik vond alle Ieren best aardig, maar ook érg aardig - in de zin dat ze zó beleefd zijn dat ze weinig karakter hebben. Alleen bij de Red Head heb ik wat opgeschreven over een wat pittig randje. Misschien dat ze, zo halverwege de proeverij, al moesten opboksen tegen een oneerlijke achterstand van een paar Schotse hardhitters.

Nog een oude vriend. Kavalan. Onderschat, bijzonder en een ontdekking voor iedereen die eens iets heel anders wil. Ik ben de trotse eigenaar van een aangebroken fles Solist; zwart als dropwater en een knaller qua aroma's. De port cask finish van Kavalan heet Concert Master - die was snél leeg, kan ik je vertellen. Aangenaam bitter-wrang met zeer lange afdronk. Ik was dus op de beurs ook meteen te porren om de King Car Select aan nader onderzoek te onderwerpen. Terecht, zoals bleek. Rond de 6 tientjes, 46%, zoals alle whisky uit Taiwan NAS - het rijpt daar in de tropen allemaal wat sneller. Het orientaalse aspect dat ik ken van Kavalan (en ook van Amrut trouwens) wat ik gemakshalve dan maar 5-kruiden poeder noem - met in ieder geval steranijs in het aroma - was ook hier weer te vinden. Daarnaast is de King Car een stuk minder agressief, hij smelt in de mond, heeft een klein pepertje en is zachtzoet. 


De Kilchoman Machir Bay (46%) kost 5 tientjes. Fijn zacht peatje, subtiel zoetje, mooie middellange afdronk. Beetje braaf. Beter vond ik de Big Strand (Caol Ila) 46%, vier tientjes, erg lekkere zachtzoete, waterheldere en eenvoudige top-Islay. 
De klapper van de dag was de Ardbeg Corrywvreckan. Ik raak zo langzamerhand steeds meer gesteld op peated malt; mijn gebrek aan ervaring ermee maakt dat ik al snel door woorden heen ben. Zoet, zacht, kampvuur, rook, citrus. Misschien vond ik zelfs wel dat al die peatjes wat op elkaar leken. Tot ik de Corryvreckan proefde. Man man man. Een wereld ging open, wát een lekker drankje is dat. De prachtige namen die Ardbeg gebruikt vind ik al geweldig; ik heb de 10yo hier staan - nou die mooie Schotse praatjes nog. Corryvreckan, Kelpie, An Oa, Uigeadeal. En het wordt nog winter ook. Soms zit het mee. 








donderdag 7 september 2017

Onderbouwing, fundering, chassis. En leuk, vooral leuk.

Ik ben een mens van rede en ratio.  Ik doe aan feiten. In mijn werk is geen plaats voor geloof of vermoeden. Bewijs, harde argumenten, aangetoonde grenzen. Geen gelul, wetenschap.
Op meerdere fronten evenwel verliest de cognitie het de laatste tijd echter van perceptie. Niet wat je weet, maar hoe het voelt wordt ineens relevant. Daar heb ik eigenlijk een broertje dood aan, ik was wel tevreden met mijn gelijkhebberige wereld vol harde grenzen. 

Nu zijn er meer dan genoeg zweverige onzin-dingen over om gezellig tegen te fulmineren. Irsicopie, aura's en chackra's lezen, astrologie en veganisme om eens wat te noemen - breek me de bek niet open. Klankschaaltherapie, dry needling, meridiaanbanen en hypnotherapie: de Vereniging tegen Kwakzalverij en Skepsis hebben in mij een dikke fan.

Onderscheid maken in de vele meningen over een specifieke whisky - de schreeuwers en de mopperaars uit de vergelijking flikkeren en een redelijke middenmoot overhouden - is geen eenvoudige taak. Whiskybase helpt - een beetje. Wanneer ik echter mijn eigen scoresysteem tegen het licht houd, bekruipt mij een gevoel van lichte wanhoop. Ik scoor mijn whisky's tussen, laten we zeggen, 60 en 100. Jack Daniëls Old No. 7 kreeg overigens 50. Vanzelfsprekend heb ik geen 100 in mijn kast. 

Ik kijk bij nieuwe beoordelingen terug. Waar past deze whisky bij? Doet 'ie me ergens aan denken? Wat heeft die voorgeschiedenis voor punt gekregen? Is deze beter of slechter - voor zover ik me herinner?  Het is, kortom, een zootje. Om het nog wat lastiger te maken, blijk ik van mening te veranderen over de whisky's uit het verleden. De 15yo Dalwhinnie en de 10 yo Glenmorangie blijken na drie jaar een stuk beter dan ik ze de eerste keer beoordeelde. Omdat ik toen smaaktechnisch beperkt was, zogezegd.

Zojuist heb ik een 13yo Craigellachie Speyside SM (46%) geopend.  Stond al anderhalf jaar in de kast. Kost 50 euro, gekocht voor 40 - in de Gall aanbieding, dat is altijd mooi.
Wat een fijne, lekkere en zachte dram. Geurt naar banaan, mandarijn en vanille. In de smaak meloen, beetje peertje, dikke honing met pietsie ananas. Afdronk met amandel. Niet droog, met enige fantasie beetje peperig; geen peat. Fruitmandje peper, kortom. 

Waar blijft nou het zweverig gelul? Nou, hier dus. Ik was deze week, tegen beter weten in, bij een manueel therapeut. Beter bekend als een kraker. Ik heb al jaren last van schouderklachten - het zal jullie verder worst wezen. Waar ik naar toe wil: er is geen enkel goed doortimmerd bewijs voor de meerwaarde van manuele therapie. Er is overigens ook nauwelijks bewijs voor de meerwaarde van fysiotherapie, zegt de wetenschap - maar dat terzijde. Elke vorm van beweging is goed voor een mens, zegt de wetenschap. Afzonderlijke scholen dragen niet bij aan betere zorg. Zegt de wetenschap.

Ik kwam bij een jongedame. Niet al te groot, verontrustend jong, kleine handen. Er volgde een korte kennismaking. Daarna zette ze me op een tafel. Liep erom heen. Drukte een duim net naast mijn wervelkolom. Alsof Spock zelf aan het werk ging. Néér ging ik. 

Soms spreken daden duidelijker dan woorden. Ik ben fan van wetenschap. Ik wil graag goed gemotiveerde behandelingen met een stevige fundering van onderzoek en bewijs.

Maar soms, fuck it. Mijn vijftig jaar oude wervelkolom voelt na een paar behandelingen soepeler aan dan enig moment in de afgelopen jaren. Af en toe doet het nog wel hartstikke zeer. Ik ben dan ook nog sceptisch; eerst maar eens zien of het effect blijft. 

En nou maar weer terug naar whisky. De scepsis neemt toe; mijn benadering was wellicht toch niet zo héél wetenschappelijk. Inmiddels 121 flessen in Whisky Base, 50 samples klaar voor beoordeling en nog een fles of 30 dicht; de naïeve beoordelingen van een tijdje geleden zijn voorbij. Ik gaf hoge punten in verhouding tot de anderen. Vanaf nu alleen nog maar harde feiten, wetenschap, beoordelingen volgens de review options van whisky base. (NOT).

Maar soms, fuck it. De Criagellachie 13 is een goddelijk drankje, soepel en zacht, met verrassend veel aroma's en diepgang voor zijn prijs - het moet gezegd, de afdronk is niet zo lang en vooral wat scherp en apfelkornerig. Daar win je geen oorlogen mee. Maar, voor vier tientjes de 700 milliliter: topwhisky. Als je mensen kennis wil laten maken met zachte zoete Scotch voor weinig geld, ga dan naar Schramowski en koop een fles Dalwhinnie 15 voor 27 euro, een fles Glenmorangie 10 voor hetzelfde geld, wacht op een aanbieding van Gall voor de Craigellachie. 

Sleep met deze opstelling wat nieuwe slachtoffers de wereld van de whisky en de vage liefde voor gebrekkige omschrijvingen en wispelturige smaaknotities in. Weinig wetenschap maar fucking lekker. En leuk. Vooral leuk. Zegt geen wetenschap. Fuck it.

 

donderdag 6 juli 2017

Werelden gaan open

Zo ga je naar een BYOB en van de ene dag op de andere zit je in de wereld van schimmige deals op lege parkeerplaatsen, waar je plastic tasjes vol pispotjes met sterke drank uitwisselt (met ene Wally van der Laan) - 's ochtends om zeven uur. Degene die de handel van je overneemt (ene Fabian van Diest) geeft je terloops een sample van een whisky die nog niet te krijgen is hier - zomaar. Op Facebook gaat er iemand (ene Stefan Barendregt) naar Oostenrijk die flessen drank mee wil nemen voor je. Weer een andere Facebookgroep houdt (ene Martin Stavleu) rekening met je vakantieplanning bij het agenderen van een BYOB in Gouda. Iemand die je niet kent (ene Marc ten Dolle) maar die wel naar een whiskyfestival gaat brengt een festivalbotteling voor je mee. 

Soms komt de verrassing uit onverwachte hoek. Op mijn werk, pratend met een collega over whisky met peat, mengt een andere collega, volstrekt geen whisky-ingewijde mafketel maar een gewoon verstandig mens, zich in het gesprek. Ik heb nog een whisky die op pórt vaten gerijpt heeft, ken je dat? Ja hoor, dat kende ik wel. Die heb ik een jaar of wat geleden bij mijn bul gekocht, voor 70 euro of zo. Good for you, girl. Fijne verjaardag en zo. 
Het blijkt, na enig doorvragen, te gaan om de inmiddels tegen de 200 euro aan kostende 21-yo Balvenie Port Wood Finish te gaan. De whisky die ik al wil proeven sinds ik weet dat er zoiets als portwood finish bestaat. Kirsten, de betreffende collega, vroeg mij of de whisky nu nog wel goed was. Helaas was ze veel te pienter om mijn antwoord te geloven. 
De kurk bleek kapot en ik had nog wel een Balvenie kurk, dus dat was vlot geregeld. Als tegenprestatie heb ik nu een sample van zo'n 100 milliliter, waar ik dolblij mee ben. En die geweldig ruikt. En die er op een goed moment aan gaat geloven. Ik hoop alleen dat ik er meer dan één keer mee doe; ben bang dat het zó lekker is dat de sample de avond niet overleeft. Ruiken doet het spul in ieder geval hemels. Heb ik al gezegd dat de geur geweldig is?

Terzake nu. Er moet het één en ander besproken worden. 

De Deveron 12 yo Highland SM (40%), kost plm 30 euro, is nu eindelijk op. Ik weet nog steeds niet wat ik ervan moet vinden, dus over een jaartje of twee, drie moest ik 'm nog maar eens kopen. Indifferent de ene keer, subtiel en verfijnd de andere keer. Het feit dat ik er nu al voor de tweede keer iets van wil vinden in mijn blog betekent dat ik er nog niet klaar mee ben.

Jameson Cask Mates Irish Whiskey (40%), NAS, 23 euro, op biervaten ("Craft Beer Barrels") gerijpt. Geen geld. Reuk maar matig - op zijn best. Beetje muf kelderluchtje en - ja hoor - verschaald bier. Smaakt evenwel meer dan prima (en niet alleen voor zijn geld), de vieze oude kroeglucht drinkt niet door in de smaak. En je dat was een woordspeling en zeker geen tiepvout. 

Springbank 10yo Campbeltown (46%) SM voor 35 euro in Innsbruck aangeschaft. Gelukkig nog niet leeg. Lyrische tasting notes. Geur van lentegras en peat, mandarijn en schil in de smaak, geweldig lekker, met chocolade helemaal super. Kruidig, subtiele peat in de smaak - Campbeltown of niet. Citrus na de rook. Karamel. Sterke associaties met Longrow peated, een topper uit mijn collectie. 

Ik weet niet of ik al eerder heb gejuicht over de Teeling Small Batch (NAS) Rum Cask Finish Irish Whiskey (46%) die ik voor de somma van 19 euro en 35 cent kocht in Massen, Luxemburg.  De kruidig-zoet ruikende Ierse blend smaakt scherp-peperig naar zachte Zwitserse kruidenbonbons en thee. Vinnig, pittig, fris - mojito is er niks bij. Doen, deze. Niet lullen - kopen. Voor 20-25 euro onvoorstelbaar veel waar voor je geld.

Over geweldige Ieren gesproken - ik weet al waar ik volgend jaar op vakantie ga met mijn camper - de West Cork 12yo SM Irish Whiskey, port cask finish, is een juweeltje. Op 43% gebottelde parfum, aromatische en subtiele, ernstig ondergewaardeerde superwhiskey. Kopen, dat spul, voor 37 euro 50 maar liefst. 

Vooruit. Nu ga ik maar eens een paar weekjes op vakantie. Es kijken of ze in zuidoost-Europa nog stoffige winkeltjes met drams uit de jaren zestig voor een euro of twaalf hebben. Wens me maar succes.




zondag 18 juni 2017

BYOB, No II, Landgraaf, 16 juni 2017

Landgraaf. Downtown Landgraaf. De tweede bijeenkomst van de Whisky-Vrienden Zuid Limburg. Ik mocht erbij zijn. Bij de Griek de oprit in en dan bij het Alfa bord rechtsaf, het kan niet missen. En dat was ook zo.

Nou zat het niet mee. De legendarische Kay uit Eys, tweede van de Proef-Olympics van vorig jaar (en het jaar ervoor) en nu koploper, kon zijn opwachting niet maken. Later meer hierover.
Het was dan ook een treurend gezelschap dat ik aantrof in de topsport-accommodatie van de lokale Petanque (ook wel jeu-des-boules genoemd) vereniging. Het enige dat aan deze Arena voor Mannen met Stalen Ballen ontbrak, was een open dak.

Maar goed. Een man of twintig en een vrouw of één, de mijne om precies te zijn, hadden zich de moeite getroost om de verbijsterende hoeveelheid obstakels die de diverse wegenbouwers in deze regio opgeworpen hebben, te omzeilen.  Onder hen internethelden in den vleze; eindelijk kon ik de hand schudden van Mike Gerards, Stefan Barendregt en Fabian van Diest, allen zeer verdienstelijke strijders in de lopende Proef-Olympics. Ik moest Mike eigenlijk nog vragen waar dat "Loki" voor stond. Vergeten. Wally van de Laan, nog bedankt voor de kortingsbonnetjes, bleek in het echt net zo aardig als online al doorschemerde. Herman Gerards, pa van Mike, de man die voor de locatie gezorgd had. Goeie peer. Daarnaast natuurlijk nog een boel mensen wiens namen ik niet allemaal onthouden heb. Belangrijkste gemene deler evenwel was de hartelijke en verwelkomende sfeer. Allen dank daarvoor.

Het kleine barretje van voornoemde vereniging was gezellig vol. Het aanbod aan versnaperingen was ruim en gevarieerd, en dan moet ik het nog over de whisky's gaan hebben. Chocolade - puur zowel als melk, ik heb ook nog een ruimschoots van noten voorzien exemplaar voorbij zien komen. Worst, kaas en mijn favoriet, zwart brood, dik belegd met plakken hoofdkaas, ook bekend als zure zult. Ik moet zeggen dat ik daar met gezonde gretigheid van  genoten heb.

Die Proef-Olympics vormden een beetje de rode draad van de avond. Episode 17, de voorlaatste challenge, moest vóór 22 uur die avond ingediend worden. Er werd overlegd en gedebatteerd. Percentages werden aangepast, leeftijdschattingen herzien. Netto resultaat is dat er van de 85 deelnemers 6 Limburgers zijn die allemaal hoger dan de 35e plaats staan. Ik ben volstrekt geen chauvinist; het betekent in ieder geval wel dat er in deze provincie mensen wonen met verstand van whisky. Inmiddels heeft Kay de Proef-Olympics gewonnen. Gefeliciteerd.

Enfin. Terug naar de kern van de zaak; de whisky. Ik ben, zoals gebruikelijk, braaf met mijn schrijfblokje en mijn boekjes aan de bar gaan zitten om mij plichtbewust van mijn taak te kwijten. In totaal 14 keer. Steeds een nipje, grondig ruiken en proeven, om me heen luisteren en aantekeningetje maken. Er was keuze zat. Opgemerkt moet worden dat er veel voor de hand liggende flessen ontbraken. Geen Talisker, geen Glendronach, geen Glenmorangie - tot mijn verdriet, zie eerder blog. Geen Amerikaanse of Ierse whiskey. Stilletjes in een hoekje stonden zich twee blends een beetje te schamen. Eén grain.  Eén Japanner, blend. Veel independents. Geen Amruth, geen Kavalan, respectievelijk India en Taiwan.

Een klein verzoek aan de lezers. Mocht je je fles herkennen en de Whisky Base locatie ervan kennen, zou je die dan in de comments onder het blog willen plaatsen? Eeuwige dank is uw beloning. 

Ik zal er eens even doorheen jassen. 

Spijkerhard, even niet op het percentage gelet, kwam de Auchroisk 9yo Speyside SM (63,1%) binnen. Niet de beste keus om mee te beginnen. Stroperig-zoete melasse, wat ik vaak vind van echt hoge ABV's. Later geur van gras, rijk en vol aroma met duidelijk banaan. Het is sherry cask finish maar de sherry proef je vooral omdat je dat weet en niet nadrukkelijk. Wat weer verklaard kan worden door de sherry refill casks die gebruikt zijn. Zware jongen, niks mis mee. Kostprijs niet kunnen vinden. 

De 18yo Stronachie Highland SM (46%) is kortweg een topper - volgens de kenners een Benrinnes - voor 55 euro. Citrus en kokos, lichtvoetig, heel zacht houtaroma. Die wil ik wel. 

In mijn kast staat al een poos een dichte fles van Clan Denny, de Strathclyde 9yo Lowlands Single Grain (56,1%). Sherry Cask. Ik dus bijzonder blij met de open fles in Landgraaf; je eigen whisky proeven zonder 'm open te maken, wie wil dat nou niet? De geur van as en maggi (dat is, naast dat bruine spul op tafel voor in de soep, een kruid). Siroopzoete smaak met tropisch fruit, Karvan Cevitam. Lange, wat droge afdronk. 62 euro 50.

Springbank, 12yo Campbelltown SM (54,2%) heeft wat peat in de geur en  kruidig-hartige smaak. Smaakt prima, met kersen en subtiel en fijn  peatje erin. Pepertje, lange afdronk; prima. 2017 versie kost 85 euro. 

Tormore 16yo Speyside SM (48%) zoet, wat goedkope snoepjes in de geur. Vrolijk maar beetje dun - op 48%, opmerkelijk. Niet heel bijzonder. Spuug 'm ook weer niet uit. 50 euro.

Inchmurrin 18yo Highland SM (46%) - Loch Lomond distillery. Zeer bleke whisky, ook hier wat kaas - in de eerste smaak zelfs, niet zozeer in de geur.  Vieze Franse kaas in de geur en eerste smaak - waar ik sinds de Glengarioch Founders Reserve een hartgrondige hekel aan heb. En daar zat het voeten/kaas aroma alleen in de geur. De smaak verbetert wel, is fijn en subtiel en niet schreeuwerig zoet - maar die geur, nee. En dan 95 euro, als ik tenminste de goede gevonden heb.
Afbeeldingsresultaat voor nikka taketsuru
Japan. Nikka. Uit de Yoichi en de Miyagikyo Destilleerderij komt het submerk Taketsura.  Er komen maar drie flessen uit in deze serie. De 17yo kost 300, de 21yo kost 500 euro. De bescheiden NAS (43%) die op de BYOB stond, koop je voor nog geen vijf tientjes op Drankdozijn of bij Gall - maar daar is 'ie niet op voorraad. 
De geur is die van een klassieke malt, de eerste smaak wat vlak - maar ik schrijf dit blog in de volgorde van proeven en er is al wat geweld op mijn smaakpapillen losgelaten. Even wat water, even wat eten. Daarna nog maar eens. Een wereld van subtiele kleine smaken, aroma's en associaties. Kleine, subtiele en verfijnde whisky die beter verdient dan even tussendoor op een BYOB. Ik ga 'm kopen - wel twee stuks. Volgens mij, NAS of niet, kost deze binnenkort heel wat meer dan 50 euro. Winnaar van de avond.

Benriach, 16yo, Speyside SM (43%). Herkenbaar - ik had de 15yo Tawny Port thuis. Deze is minder bitter, zacht zoet en gemakkelijk. Het hout zit er wellicht iets té nadrukkelijk in, alsof iemand een doosje satéstokjes erin vermalen heeft. Slecht noch bijzonder. 47,50 euro. 

Nog één zoethoudertje dan. Connaiseur's Choice (Gordon & McPhail) brengt ons Strathmill 14yo Speyside SM (46%). Zoet, toegankelijk, licht en fris, hint kokos.

Zo. Nu ben ik even klaar met al die zoete troep. Het begint op een likeuravond te lijken. Het wordt tijd voor mannendrank. 

De hele avond had ik al met een scheef oog naar de Highland Park Valkyrie (NAS, Orkney, 45,9%) zitten kijken. Iets meer dan een jaar geleden kocht ik de 12yo, vastbesloten om de marketing hype te fileren. Dat lukte allerminst. De 12yo HP is geweldige whisky, waar ik met lichte ergernis een juichende recensie over schreef. Dus toch geen hype, gewoon goed spul.
De Valkyrie, met zijn  65 euro dubbel zo duur, moet dan ook dubbel zo goed zijn, toch? 
Nou mag ik. Wat een flauw, weinig interessant, lafzoet drankje. Niks Viking, dit is whisky waar hooguit Gerard Joling een beetje van in zijn broek moet plassen. Eigenlijk gewoon een Speyside, en dan nog niet zo'n beste. De enige peat die ik kon vinden stond op het etiket. Als je oninteressant opzoekt in het woordenboek, staat er een foto  van de Valkyrie bij. De prijs-kwaliteit verhouding is om te janken. Ik durf haast niet te denken aan hoe dat zit bij de Thornfinn, de Ragnald (Warrior Series) en de Ice Editions. De Thorfinn is 1150 euro. VOOR EEN NAS!

Het trendy aanbod van HP op dit moment, waarbij de NAS whisky's de fatsoenlijk gerijpte flessen aan alle kanten overspoelen, met heftige namen, bijgeleverde Drakkar-verpakkingen en spaarzegels voor een echte Noormannen-bijl zal mijn inziens op termijn door de mand vallen. De inzet van HP is verzamelaars en beleggers gek maken en veel laten betalen. Het lukt ze heel behoorlijk.
Héhé, dat lucht op.

Okee. "Peated Highland" bracht ons de 'over 9 years'  Single Cask Exclusive, gemarkeerd AM007. De AM staat volgens de kenners voor Ardmore. Lekker! Fraai peatje, zoals ik het graag heb - geen hap kampvuur maar balans. Subtiel en zachtzoete afdronk, voor 40 euro een koopje.

We gaan door met Laphroaig PX Cask NAS (48%). Mijn 'gewone' Laphroaigh is bijna leeg; deze wordt de opvolger. Stevige rook. Natte grond, omgespitte tuin in de geur. Ik proef - heus waar - mosselen. Dat zal dan in technische taal wel een ziltje heten. Balans. Ik dacht hier dat ik mijn volgende fles stevig gepeate whisky had gevonden.

Dat was evenwel vóór ik de Ardberg 10yo Islay SM (46%) in mijn glas aantrof. Weinig woorden aan vuil maken. Mijn eerste Ardberg, ik had er naar uitgekeken, veel goeds over gehoord en gelezen. En térécht. Whisky Of The Year 2008. Superieur. Kopen. Klaar. Men adviseerde mij sterk om de Corryvreckan aan te schaffen - ik zal zien wat ik kan doen.

Revanche van Highland Park zat er ook nog in het vat. Uit The Ultimate Collection, van van Wees, komt de 14yo HP 1999 (46%) Orkney SM - Cask 800167 bottle 197/262 om precies te zijn. 69 euro, nog te koop hier en daar. Niks - maar dan ook helemaal niks - mis mee. Kersen en citrus, fris maar niet zoet, mooi borreltje. 

Nou was het wel zo'n beetje klaar met serieus proeven - het was alleen nog maar gezellig. De mannen om mij heen konden de door mij meegebrachte 12yo Aberlour niet waarderen - er is geen druppel van gedronken. De Madeira Cask Penderyn uit Wales heeft wel wat voorzichtige belangstelling gehad - maar meer dan een beetje flirten was het niet. De sloerie van mijn meegebrachte drietal was, het zal u verbazen, de 17yo Ballantines Blended Sotch. Ik weet al drie jaar dat 'ie lekker is. Jim Murray weet al sinds 2011, toen hij 'm Whisky Of The Year maakte, dat 'ie lekker is. De aanwezige leden van de Whisky Vrienden Zuid Limburg weten nu ook dat er met deze blend helemaal níets mis is. 

Met dank aan Fabian: de whisky-base nummers van de genoemde drams.

Stronachie 46611
Auchroisk 74100 
Springbank 92131
Tormore 90672
Inchmurrin 38667 
Taketsuru 78333
Strathmill 56128
HP Valkyrie 94486
AM007 90450
Laphroaig 74476
HP 14YO vW 60645















woensdag 29 maart 2017

Glenmorangie


Afbeeldingsresultaat voor lasanta quinta ruban

Lasanta versus Quinta Ruban. Het klinkt als een kinky moddergevecht tussen twee midden-Amerikaanse dames van twijfelachtig allooi. Het zijn echter, zoals de lezer dezes vast wel weet, twee Glenmorangies. Beide een klein maatje extra; Lady La is 43%, Suzie Q is 46% sterk. Voor de Lasanta 10 jaar Bourbon Cask en 2 jaar Oloroso; Quinta Ruban heeft (uiteindelijk) gerijpt op portvaten - is NAS dus, non-age-specific.


Glenmorangie Lasanta 12 jaar oud, is strakke, rechttoe-rechtaan pittig-zoete whisky. Sherry cask matured.  Hij ruikt, opmerkelijk genoeg, naar port. De whisky is zachtfluwelig in de mond, met 43% niet scherp en heeft krachtige toenemende sherry-aroma's in de afdronk. Een latere notitie spreekt van citrus met een wat vaag wrange afdronk, die steeds beter wordt. Gek genoeg zet ik er ook bij dat ik het géén echte topwhisky vind. Blijkbaar toch wat vlak. 

De Glenmorangie Quinta Ruban is romig met veel sinaasappel in het aroma. De QR is rijk, zonder een overdreven portsmaakje, met wel een lichte tanine in de afdronk. In diezelfde afdronk zit meer port dan in de body - die had net zo goed sherry-matured kunnen zijn. Als u begrijpt wat ik bedoel. Mijn tasting notes hebben het over langzaam en duidelijk toenemende zwarte vruchten en marsepein.

Nieuwsgierig geworden naar de accuratesse van mijn eerste notes, zo'n vier jaar oud, heb ik een nieuwe fles "gewone" Glenmorangie 10yo gekocht. Toendertijd, vier jaar geleden, vond ik de standaard 10yo wat karakterarm, zoet en non-offensive - lees eenvoudig en weinig spannend. Voor 27 euro, hier net over de grens, kun je je daar nog steeds geen buil aan vallen. Dus ik kocht hem nog maar eens. Hij past wonderwel in wat inmiddels een best geil triootje geworden is; Lasanta, Quinta Ruban en 10yo.  Over die 10yo schrijf ik dit jaar dat het een zachtzoete, toegankelijke, frisse en eenvoudige maar voortreffelijke single malt is. Die ik, om te testen, ook een keertje ná de Quinta Ruban dronk - en die daar prima bij overeind bleef.

Bij een proeverij, ook al weer drie jaar geleden, kreeg ik een glas van de Sauternes Cask Matured Glenmorangie. Sauternes, zoals u weet, is zoete Franse dessertwijn uit de streek zuidoostelijk van Bordeaux. Witte wijndruiven van diverse rassen met als gezamenlijke kenmerk dat ze zijn aangetast door een schimmelinfectie: Botrytis cinerea. Net als bij antibiotica en Sinterklaas blijkt dat geschimmel een zegen in vermomming; de "noble rot" , zoals deze bezwamming van dure druiven genoemd wordt, zorgt voor torenhoge suikergehaltes en dus mierzoete dessertwijn. Door de schimmel krijg je een soort verdroging, de druiven veranderen in feite aan de stok al in rozijnen. De vaten waarin deze wijn gerijpt heeft - vanzelfsprekend eikenhout - worden door veel distillery managers gebruikt om whisky op af te rijpen. Ze verblijven dan, na een aantal jaren op American oak bourbon barrels te hebben gerijpt, gedurende een periode van 6 maanden tot twee jaar in Sauternes vaten. Dit leidt dan weer, weinig verrassend, tot de aanduiding Sauternes Cask Finished op de fles. 

De laatste Glenmorangie van dit blogje is dan ook die Glenmorangie Nectar d'Or - gerijpt op  die bewuste Sauternes vaten. Mijn aantekeningen zijn die van een groentje; er staat weinig in behalve "Zoet, erg zoet. Misschien iets té zoet naar mijn smaak".

Ik ga dan ook binnenkort die Glenmorangie Nectar d'Or maar eens aanschaffen. De drie flessen van verschillende origine die ik hierboven beschreven heb, geven alle reden om aan te nemen dat ik onbezorgd kan zijn over de kwaliteit van de Nectar. Ik neem aan dat de duurdere flessen in de range, zoals de Bacalta (madeira cask), de 18yo, de Dornoch, Signet, de Tayne, de Milsean, Tarlogan en Tusall en tenslotte de 25yo (hoezo, keuze?) vast minstens net zo goed zijn. Glenmorangie heeft in mij in ieder geval een fan erbij weten te scoren. Van de hele collectie zijn alleen de Signet, de 25yo (ja? gek hé!) de Tusall en de Milsean meer dan 100 euro per fles.  Dan is alleen de 25yo echt duur in mijn optiek, met een internetprijs van 390 euro; de andere drie zijn rond de 125 euro per fles. Nog steeds geen kattepis maar ook niet volslagen onbereikbaar. Als je nou gewoon een auto de deur uit doet heb je ze binnen een maand of drie, vier allemaal. Ik noem maar wat. Fietsen, kreng.



maandag 20 maart 2017

Highland Park 12yo, The Deveron 12yo.

Ik zie tot mijn schrik dat ik sinds januari niets meer heb gepost. Ik schaam me kapot - not. Er moet ook gewerkt worden om dat peperdure spul met enige regelmaat mee naar huis te kunnen slepen.
Gerelateerde afbeelding
Daarnaast is er veel zorg en tijd nodig om: 

1. Je partner te ontwijken als je weer met een, ondanks je belofte deze maand écht geen whisky meer te kopen, zojuist aangeschafte fles binnenkomt
2. Zorgvuldig onduidelijk te mompelen wanneer er vragen komen over de prijs van de desbetreffende fles, zodat het lijkt alsof je antwoord hebt gegeven zonder dat je écht antwoord hebt gegeven
3. subtiel maar doortastend kleine privé-proeverijtjes te organiseren, speciaal voor haar, wanneer er  ook maar enige belangstelling voor whisky waar te nemen valt
4. De voorkeur voor port van de betreffende partner zachtjes richting de port cask finished SM te masseren
5. Je kast zo in te richten dat onopvallend, dus gefaseerd, de nieuwe aankopen naar voren geschoven kunnen worden zonder argwaan (heb je nou víjf nieuwe flessen?) te wekken

Dus whisky kost meer dan geld.

Terzake nu.

The Deveron 12yo Highland Single Malt Scotch whisky

Deze SM heb ik gekocht omdat ik bij The Whisky Friend in Sittard te horen heb gekregen dat de 18yo van dezelfde familie ondergewaardeerde en te goedkope malt is. Daar ik een krent ben en eerst een beetje kennis wil maken met een meisje voordat ik een dure ring koop heb ik dus maar eerst de 12yo gekocht. Ik had mijn eigen aantekeningen van de proeverij in Eindhoven, september vorig jaar, even na moeten lezen - en moeten geloven. Ik schreef dat het weinig bijzonders was, niet slecht maar ook weinig opmerkelijk. Dat heb ik geweten aan de grote variatie aan samples die ik daar geproefd heb. Het advies van de lokale expert evenwel zette me aan tot heroverweging en de afprijzing bij Gall hielp me over de drempel. 
The Deveron 12 is de gemakkelijkste en meest toegankelijke, zachte en smoothe Single Malt die ik ooit dronk. Vanzelfsprekend is een enorm gebrek aan karakter en teleurstellend korte, snel vergeten afdronk bij deze eigenschappen inbegrepen. Kortom, snel vergeten - en dat is geeneens werk, dat gaat eigenlijk vanzelf. Koop 'm voor minder dan 3 tientjes voor een weifelende beginner en je bekeert wellicht iemand tot het betere spul. Ik beschouw mezelf als nét geen beginner meer en ik vind The Deveron zó saai, dat ik 'm in allerlei andere whisky's zit te blenden om het nog een beetje leuk te maken. 

Highland Park 12yo Orkney Single Malt Scotch whisky

Ik wilde deze whisky niet kopen.
Geërgerd door de hype rondom de 18yo, waarvan de prijs in nauwelijks een jaar van 70 naar 130 euro opliep - hoezo marketing, hoezo waan van de dag - was ik hardnekkig van plan om Highland Park links te laten liggen. 
Dus, consequent als ik ben, toen de 12yo in de aanbieding was, kocht ik een fles. Stevig voorzien van vooroordelen en hard van plan om hem verbaal te fileren in dit blog, zette ik mij aan het eerste glas. Dat kon dan ook alleen maar tegenvallen, dat had ik me immers voorgenomen.
Gelul is gratis. Het blijkt natuurlijk een lekkere, toegankelijke, verrassend aangename, fraai geturfde Orkney Scotch Single Malt te zijn. Vol, romig, boterig. Versgezaagd dennenhout. Barbecue en houtskool; vanille aroma met een licht zilte toets. Diepzoete afdronk, evenwichtig. Méér dan waar voor je geld. Ik wil er nog eentje. Als 'ie in de aanbieding is, dan.

dinsdag 17 januari 2017

Bring Your Own Bottle!! (BYOB, SMWG, 15 januari 2017, Wijchen)

Op Facebook - de opvolger van de Kerk, vooral de Katholieke - is er een community met zo'n 3800 leden. De oorspronkelijke naam, Single Malt Whisky Groep, is een jaartje geleden per order Facebook veranderd in SMWG. De uber-politiek correcte jongens en meisjes in Silicon Valley willen niet dat er in de naam van groepen gerefereerd wordt aan alcoholische dranken, namelijk. De UZI - en Kalashnikov gebruikersgroep hebben hun naam overigens niet hoeven wijzigen.

Maar goed. De SMWG organiseert soms wel eens wat. Deze keer - niet voor het eerst, wel mijn debuut - was er een soort open middag gepland in een gemeenschapshuis in Woezik, maar omdat niemand weet waar dat is, blijkt deze kern te zijn opgeslokt door de metropool Wijchen, nabij Nijmegen.
Zó nabij Nijmegen dat het huis van mijn vriend Stef, die ook langzaam maar zeker into the Whisky begint te komen, op loopafstand is. Deze gelegenheid konden wij dan ook niet laten passeren, vonden we. Men kon bij wijze van spreken kruipend naar huis - en je weet maar nooit, bij zo'n gelegenheid.

Vandaar dat we, ruim op tijd, binnenwandelden in zalencomplex Verploegen. Vriendelijke ontvangst, bon voor consumptie en de Dramburger - waarover later meer. Stevige hand, grote mannen, oud-mariniers, tatoeages en welvaartsbuiken - het feest kon beginnen. Twee vrouwen gezien. 
De opkomst was, vertelde men ons - immers eerste keer, BYOB-maagden - gering. Een man of 15. Ik vond het prima, hoewel ik me kan voorstellen dat de organisator, die er wat handel bij doet, liever wat meer mensen had zien opdagen. Ach ja, pas Kerst geweest, volgende keer beter. 

De opkomst mag dan beperkt zijn geweest, dat het bij de wél aanwezigen om puristen ging was duidelijk. Op de immer voller staande keuzetafel stonden niet meer dan twee Ieren en een blend hier en daar, het overgrote deel was Scotch Single Malt. Mijn Kavalan Concert Master, Port Cask Finish uit Taiwan, kon evenwel op een grote schare fans rekenen toen ik 'm even op tafel had staan - ik had, zoals menigeen, meer dan één fles bij me.

Er werd, tot mijn vreugde, verstandig gedronken. Een enkeling gleed uit - maar over het algemeen ging het echt om het proeven, ouwehoeren en vergelijken. Als whiskygroentjes werden we gewoon serieus genomen, de adviezen kwamen - vaak niet gehinderd door financiële terughoudendheid - van alle kanten. Het advies was gratis, de in het betreffende advies genoemde flessen niet. 
Dat mocht de pret evenwel niet drukken. Ik heb een kolossaal scala aan flessen voor mij zien staan en ernstig mijn best gedaan om er zo veel mogelijk verschillende te proeven - let wel, niet er zo veel mogelijk ván te proeven. 

Ik zit mijn aantekeningen te bekijken. Vijf velletjes volgekalkt. Kom ik zo bij. Het handschrift wordt minder naarmate de blaadjes elkaar opvolgen maar het blijft gelukkig wel leesbaar. De bodempjes in mijn glaasje waren dan ook bescheiden, hoewel ik heus niet ga lopen beweren dat ik volstrekt onaangeroerd door de alcohol was tegen het einde van de middag. 

Vooruit met de geit. Er was een kliekje McPhail 25yo Macallan Oak Matured waarvan niemand beloofde dat er wat van bewaard zou worden voor me - vandaar dat de eerste dram deze dure en zeldzame Highland SM was. En wát een begin. De geur is overweldigend, rijp, hout, niet zoet. In de smaak begint hij wat droog maar dan ontwikkelt zich rijp fruit - vijgen - en boenwas. Diepdonkere cacao en pure chocolade in de afdronk. Marsepein maar niet zoet. Topwhisky op 40%.

Glenmorangie is op dit moment mijn favoriete merk. Zachte zoete geprononceerde whisky's, de prijs alleszins acceptabel, veel keuze. De Glenmorangie "A Midwinter's Night" op 43%, ook Highlands, Oloroso en eiken gerijpt, kost ongeveer 50 euro - is een limited edition, dus verkrijgbaarheid inmiddels al twijfelachtig. Gebotteld in 2015, NAS. Kleur van sherry - caramel toegevoegd - geurt naar appel, stroop en melasse. Rond en zoet zonder te veel snoepsmaak. Super. Later schrijf ik op: wel érg zoet. Misschien toch té, deze - dat had ik lang geleden ook bij de Nectar d'Or.

Naar Speyside nu. Strathisla, gebotteld door Blackadder, 13 jaar oude 43% sterke SM. Ik vond 'm dun, grassig, de kleur is heel licht en dat vind ik van de hele dram. Ik moest denken aan de 12yo An Cnoc, die ook iets voorjaarsgroens heeft. Het zou zo maar een grain kunnen zijn - en dat is geen compliment. 

Benromach, Wood Finish, 8 YO Speyside SM. Ik krijg er nog verstand van. Pas toen ik 'm opzocht blijken mijn aantekeningen hout te snijden (ha ha, ook nog een woordspeling, het houdt niet op...). Ik schrijf op dat ik sterke houtinvloeden waarneem, een beetje bitterheid, misschien tanine, met een rode wijn/portaroma. Blijkt het spul in Bordeaux-vaten gerijpt te hebben. Was getekend Omvlee, connaisseur.

Van the Arran, afkomstig van het eiland met dezelfde naam, proefde ik hierna de 19 jaar oude Single Cask - Cask Strenght (53,4%) malt whisky. Hogshead 1052, om volledig te zijn. Non chillfiltered, non coloured. In de reuk ananas en banaan; de slok is sterk - wat wil je met bijna 54% - en scherp. Ontstellend lekker, schrijf ik op. Er zit een nieuwe smaak in de afdronk die ik niet kan beschrijven - nee, dáár heb je wat aan. Sherry in het kwadraat. 90 euro volgens de whiskybase; ik koop 'm voor dat geld zeker. Ik ben bang dat dat niet gaat gebeuren, het is een private cask, voor ene Ivo en Laura Rijnja in de fles gestopt. 

Weer een Highland dan maar. Tormore, nog nooit eerder gehad, 1995 - 20yo - 43% Signatory Vintage (cask 3877 en 3887). Natural colour, non-chillfiltered (NCF). In de reuk sinasappel en ananas. Veel power in de neus maar de smaak is (te?) zacht, weinig eerste indruk. Effe pauze, beetje water drinken. Tweede poging: veel meer sherry in de neus, ook de smaak is veel beter. Boter, romig, crème. Zou rond de 40 euro moeten kosten; voor dat geld een koopje. Staat voor 65 euro op de Marketplace - da's nou net te veel, volgens mij.

De volgende fles pakte ik om zijn vorm. Glenrothes, een vaak verkochte malt, heeft een herkenbare, bolle fles. De reviews zijn wisselend; de verschillen tussen de verkrijgbare flessen zijn onduidelijk - marketingtechnisch kunnen ze nog wel wat beter worden daar. Ik heb meermaals flessen in handen gehad die ik dan toch maar weer terug zette omdat me simpelweg niet heel duidelijk was wat ik nou precies kocht.
Mooi dan toch als er zo'n fles op een proeverij staat. Ik schonk een mooi bodempje in - de drank was opvallend donker, meestal een teken dat er  - bij jonge drank - caramel in gedonderd is. Op de fles stond echter non-coloured (NC) - oh? De geur was romig en zacht, bij 43% niet zo gek. De smaak was verpletterend. Koffie, steranijs, kardamom. Balans, evenwicht, alles precies goed! 
Nadere studie van het etiket leverde wat ontnuchterende feiten op, wat trouwens best even goed uitkwam. Deze Glenrothes Vintage 1985, gebotteld in 2005 en dus 20 jaar oud, kost volgens whiskybase 300 euro. Theoretisch; hij is niet meer "gewoon" te krijgen, dus zit in het bereik "wat de gek er voor geeft". De vintage flessen van enkele jaren later doen tussen de 250 en 600 euro. Het was, zoals u begrijpt, de meest populaire fles van de middag en wat mij betreft ook de whisky van de dag. Peter Ouwens, bedankt. 

Kilchoman. Alweer een debuut. De Winter Edition 2010, Islay NAS Single Malt, 46% NC/NCF. Gerijpt op Bourbon, waarschijnlijk maar 3 jaar - en één dag, zoals het hoort. Ruik: rook. Islay - dus rook. Citrus, niet verrassend, vaak bij peated whisky in de neus en de eerste dronk. Progressief zoeter en subtieler. Framboos? zoet met een klein zuur randje. Niks mis mee, maar ik rij nog niet om voor Islay's. 

We zijn er bijna. Ik sla de twee flesjes van het Whisky collectief, die Martin Stavleu bij zich had, een beetje over. Ze waren lekker - vooral de Bordeaux cask, wat een mooie kleur en wat góed geblend - maar ze zijn niet verkrijgbaar. 

Volgende. The Arran - opnieuw - maar nu de NAS Sauterness Cask Finish, op 50% gebotteld (ik heb de Madeira cask versie van deze). De geur heeft wat zwavel bij zich. Smaakt zachtzoet met een scherp randje, de Sauterness is in de smaak niet al te zoet of nadrukkelijk. Sinasappel. Deze wil ik ook wel; de serie is prima - ik heb de port cask ook eerder al geproefd en goed bevonden.

Op naar het buitenland. The Irishman, Small Batch Single Malt, gebotteld op 40% is een NAS. Er wordt gepocht dat het 2-wood is, dus gerijpt op twee verschillende soorten hout. Maakt niets uit; het is zachte, zoete, toegankelijke, non-offensive - dus Ierse - onpersoonlijke whisky. Niks mis mee, even snel weer vergeten.

Eindelijk. De Dramburger. Veel later had 'ie niet moeten komen, ik ging bijna van mijn graat. Prima burger met -  hoe kan het ook anders - whiskysaus. Voortreffelijke, krokante en knapperige pattaten erbij. En een glaasje Glenfarclas 105, op 60% (!) gebottelde NAS. Uitstekend, met notensmaak. Kan vast een druppeltje water hebben, denk ik zo. 

Als toetje - iemand zei dat hij lekker was - een blend. Angels Nectar Blended Peat - 46%, de Rich Peat versie. Te koop voor om en nabij de 45 euro - en dat is geen cent te veel. De peatgeur slaat meteen toe maar in de smaak is hij juist zoet en volgt de peat op de achtergrond  - de associatie met Longmorn Peated is een compliment. Deze is zeker de verrassing van de dag te noemen.

En toen was het wel goed geweest - hoewel ik nog een extra glaasje van de eerder beschreven Glenrothes niet afgeslagen heb. Het was een uiterst geslaagde middag, Stef en ik hebben er zeer van genoten.

Ik moet nog even vertellen over de terugweg. Er was - vanzelfsprekend - een taxi nodig om ons ter bestemming te krijgen. Die werd dan ook gebeld en enkele minuten buitenstaan later - wat geen straf was, een beetje alcohol uitwasemen was best fijn - stoof Taxi Tiny de straat in. In een nog glimmende en goed-onderhouden r-class (groot en lelijk, sorry Tiny) heeft deze platinablonde dame ons veilig naar huis vervoerd. Ietwat obese, meer dan ietwat doorrookt en in gezelschap van een los door de auto stuiterend hondje (gekregen van een aan longkanker overleden cliënte, weet ik inmiddels) heeft Tiny ons naar Dukenburg gebracht. Het hondje heette Taxi, trouwens. Heus.

Tot de volgende keer.