Op Facebook - de opvolger van de Kerk, vooral de Katholieke - is er een community met zo'n 3800 leden. De oorspronkelijke naam, Single Malt Whisky Groep, is een jaartje geleden per order Facebook veranderd in SMWG. De uber-politiek correcte jongens en meisjes in Silicon Valley willen niet dat er in de naam van groepen gerefereerd wordt aan alcoholische dranken, namelijk. De UZI - en Kalashnikov gebruikersgroep hebben hun naam overigens niet hoeven wijzigen.
Maar goed. De SMWG organiseert soms wel eens wat. Deze keer - niet voor het eerst, wel mijn debuut - was er een soort open middag gepland in een gemeenschapshuis in Woezik, maar omdat niemand weet waar dat is, blijkt deze kern te zijn opgeslokt door de metropool Wijchen, nabij Nijmegen.
Zó nabij Nijmegen dat het huis van mijn vriend Stef, die ook langzaam maar zeker into the Whisky begint te komen, op loopafstand is. Deze gelegenheid konden wij dan ook niet laten passeren, vonden we. Men kon bij wijze van spreken kruipend naar huis - en je weet maar nooit, bij zo'n gelegenheid.
Vandaar dat we, ruim op tijd, binnenwandelden in zalencomplex Verploegen. Vriendelijke ontvangst, bon voor consumptie en de Dramburger - waarover later meer. Stevige hand, grote mannen, oud-mariniers, tatoeages en welvaartsbuiken - het feest kon beginnen. Twee vrouwen gezien.
De opkomst was, vertelde men ons - immers eerste keer, BYOB-maagden - gering. Een man of 15. Ik vond het prima, hoewel ik me kan voorstellen dat de organisator, die er wat handel bij doet, liever wat meer mensen had zien opdagen. Ach ja, pas Kerst geweest, volgende keer beter.
De opkomst mag dan beperkt zijn geweest, dat het bij de wél aanwezigen om puristen ging was duidelijk. Op de immer voller staande keuzetafel stonden niet meer dan twee Ieren en een blend hier en daar, het overgrote deel was Scotch Single Malt. Mijn Kavalan Concert Master, Port Cask Finish uit Taiwan, kon evenwel op een grote schare fans rekenen toen ik 'm even op tafel had staan - ik had, zoals menigeen, meer dan één fles bij me.
Er werd, tot mijn vreugde, verstandig gedronken. Een enkeling gleed uit - maar over het algemeen ging het echt om het proeven, ouwehoeren en vergelijken. Als whiskygroentjes werden we gewoon serieus genomen, de adviezen kwamen - vaak niet gehinderd door financiële terughoudendheid - van alle kanten. Het advies was gratis, de in het betreffende advies genoemde flessen niet.
Dat mocht de pret evenwel niet drukken. Ik heb een kolossaal scala aan flessen voor mij zien staan en ernstig mijn best gedaan om er zo veel mogelijk verschillende te proeven - let wel, niet er zo veel mogelijk ván te proeven.
Ik zit mijn aantekeningen te bekijken. Vijf velletjes volgekalkt. Kom ik zo bij. Het handschrift wordt minder naarmate de blaadjes elkaar opvolgen maar het blijft gelukkig wel leesbaar. De bodempjes in mijn glaasje waren dan ook bescheiden, hoewel ik heus niet ga lopen beweren dat ik volstrekt onaangeroerd door de alcohol was tegen het einde van de middag.
Vooruit met de geit. Er was een kliekje McPhail 25yo Macallan Oak Matured waarvan niemand beloofde dat er wat van bewaard zou worden voor me - vandaar dat de eerste dram deze dure en zeldzame Highland SM was. En wát een begin. De geur is overweldigend, rijp, hout, niet zoet. In de smaak begint hij wat droog maar dan ontwikkelt zich rijp fruit - vijgen - en boenwas. Diepdonkere cacao en pure chocolade in de afdronk. Marsepein maar niet zoet. Topwhisky op 40%.
Glenmorangie is op dit moment mijn favoriete merk. Zachte zoete geprononceerde whisky's, de prijs alleszins acceptabel, veel keuze. De Glenmorangie "A Midwinter's Night" op 43%, ook Highlands, Oloroso en eiken gerijpt, kost ongeveer 50 euro - is een limited edition, dus verkrijgbaarheid inmiddels al twijfelachtig. Gebotteld in 2015, NAS. Kleur van sherry - caramel toegevoegd - geurt naar appel, stroop en melasse. Rond en zoet zonder te veel snoepsmaak. Super. Later schrijf ik op: wel érg zoet. Misschien toch té, deze - dat had ik lang geleden ook bij de Nectar d'Or.
Naar Speyside nu. Strathisla, gebotteld door Blackadder, 13 jaar oude 43% sterke SM. Ik vond 'm dun, grassig, de kleur is heel licht en dat vind ik van de hele dram. Ik moest denken aan de 12yo An Cnoc, die ook iets voorjaarsgroens heeft. Het zou zo maar een grain kunnen zijn - en dat is geen compliment.
Benromach, Wood Finish, 8 YO Speyside SM. Ik krijg er nog verstand van. Pas toen ik 'm opzocht blijken mijn aantekeningen hout te snijden (ha ha, ook nog een woordspeling, het houdt niet op...). Ik schrijf op dat ik sterke houtinvloeden waarneem, een beetje bitterheid, misschien tanine, met een rode wijn/portaroma. Blijkt het spul in Bordeaux-vaten gerijpt te hebben. Was getekend Omvlee, connaisseur.
Van the Arran, afkomstig van het eiland met dezelfde naam, proefde ik hierna de 19 jaar oude Single Cask - Cask Strenght (53,4%) malt whisky. Hogshead 1052, om volledig te zijn. Non chillfiltered, non coloured. In de reuk ananas en banaan; de slok is sterk - wat wil je met bijna 54% - en scherp. Ontstellend lekker, schrijf ik op. Er zit een nieuwe smaak in de afdronk die ik niet kan beschrijven - nee, dáár heb je wat aan. Sherry in het kwadraat. 90 euro volgens de whiskybase; ik koop 'm voor dat geld zeker. Ik ben bang dat dat niet gaat gebeuren, het is een private cask, voor ene Ivo en Laura Rijnja in de fles gestopt.
Weer een Highland dan maar. Tormore, nog nooit eerder gehad, 1995 - 20yo - 43% Signatory Vintage (cask 3877 en 3887). Natural colour, non-chillfiltered (NCF). In de reuk sinasappel en ananas. Veel power in de neus maar de smaak is (te?) zacht, weinig eerste indruk. Effe pauze, beetje water drinken. Tweede poging: veel meer sherry in de neus, ook de smaak is veel beter. Boter, romig, crème. Zou rond de 40 euro moeten kosten; voor dat geld een koopje. Staat voor 65 euro op de Marketplace - da's nou net te veel, volgens mij.
De volgende fles pakte ik om zijn vorm. Glenrothes, een vaak verkochte malt, heeft een herkenbare, bolle fles. De reviews zijn wisselend; de verschillen tussen de verkrijgbare flessen zijn onduidelijk - marketingtechnisch kunnen ze nog wel wat beter worden daar. Ik heb meermaals flessen in handen gehad die ik dan toch maar weer terug zette omdat me simpelweg niet heel duidelijk was wat ik nou precies kocht.
Mooi dan toch als er zo'n fles op een proeverij staat. Ik schonk een mooi bodempje in - de drank was opvallend donker, meestal een teken dat er - bij jonge drank - caramel in gedonderd is. Op de fles stond echter non-coloured (NC) - oh? De geur was romig en zacht, bij 43% niet zo gek. De smaak was verpletterend. Koffie, steranijs, kardamom. Balans, evenwicht, alles precies goed!
Nadere studie van het etiket leverde wat ontnuchterende feiten op, wat trouwens best even goed uitkwam. Deze Glenrothes Vintage 1985, gebotteld in 2005 en dus 20 jaar oud, kost volgens whiskybase 300 euro. Theoretisch; hij is niet meer "gewoon" te krijgen, dus zit in het bereik "wat de gek er voor geeft". De vintage flessen van enkele jaren later doen tussen de 250 en 600 euro. Het was, zoals u begrijpt, de meest populaire fles van de middag en wat mij betreft ook de whisky van de dag. Peter Ouwens, bedankt.
Kilchoman. Alweer een debuut. De Winter Edition 2010, Islay NAS Single Malt, 46% NC/NCF. Gerijpt op Bourbon, waarschijnlijk maar 3 jaar - en één dag, zoals het hoort. Ruik: rook. Islay - dus rook. Citrus, niet verrassend, vaak bij peated whisky in de neus en de eerste dronk. Progressief zoeter en subtieler. Framboos? zoet met een klein zuur randje. Niks mis mee, maar ik rij nog niet om voor Islay's.
We zijn er bijna. Ik sla de twee flesjes van het Whisky collectief, die Martin Stavleu bij zich had, een beetje over. Ze waren lekker - vooral de Bordeaux cask, wat een mooie kleur en wat góed geblend - maar ze zijn niet verkrijgbaar.
Volgende. The Arran - opnieuw - maar nu de NAS Sauterness Cask Finish, op 50% gebotteld (ik heb de Madeira cask versie van deze). De geur heeft wat zwavel bij zich. Smaakt zachtzoet met een scherp randje, de Sauterness is in de smaak niet al te zoet of nadrukkelijk. Sinasappel. Deze wil ik ook wel; de serie is prima - ik heb de port cask ook eerder al geproefd en goed bevonden.
Op naar het buitenland. The Irishman, Small Batch Single Malt, gebotteld op 40% is een NAS. Er wordt gepocht dat het 2-wood is, dus gerijpt op twee verschillende soorten hout. Maakt niets uit; het is zachte, zoete, toegankelijke, non-offensive - dus Ierse - onpersoonlijke whisky. Niks mis mee, even snel weer vergeten.
Eindelijk. De Dramburger. Veel later had 'ie niet moeten komen, ik ging bijna van mijn graat. Prima burger met - hoe kan het ook anders - whiskysaus. Voortreffelijke, krokante en knapperige pattaten erbij. En een glaasje Glenfarclas 105, op 60% (!) gebottelde NAS. Uitstekend, met notensmaak. Kan vast een druppeltje water hebben, denk ik zo.
Als toetje - iemand zei dat hij lekker was - een blend. Angels Nectar Blended Peat - 46%, de Rich Peat versie. Te koop voor om en nabij de 45 euro - en dat is geen cent te veel. De peatgeur slaat meteen toe maar in de smaak is hij juist zoet en volgt de peat op de achtergrond - de associatie met Longmorn Peated is een compliment. Deze is zeker de verrassing van de dag te noemen.
En toen was het wel goed geweest - hoewel ik nog een extra glaasje van de eerder beschreven Glenrothes niet afgeslagen heb. Het was een uiterst geslaagde middag, Stef en ik hebben er zeer van genoten.
Ik moet nog even vertellen over de terugweg. Er was - vanzelfsprekend - een taxi nodig om ons ter bestemming te krijgen. Die werd dan ook gebeld en enkele minuten buitenstaan later - wat geen straf was, een beetje alcohol uitwasemen was best fijn - stoof Taxi Tiny de straat in. In een nog glimmende en goed-onderhouden r-class (groot en lelijk, sorry Tiny) heeft deze platinablonde dame ons veilig naar huis vervoerd. Ietwat obese, meer dan ietwat doorrookt en in gezelschap van een los door de auto stuiterend hondje (gekregen van een aan longkanker overleden cliënte, weet ik inmiddels) heeft Tiny ons naar Dukenburg gebracht. Het hondje heette Taxi, trouwens. Heus.
Tot de volgende keer.